Alice
"Heet je Ellis op z'n Nederlands of Alice op z'n Engels?" vraag ik de oude dame op de terugweg. Ik ben nog eenmaal terug geweest op de markt in Schiebroek. Ditmaal met Alice en voor het maken van een foto. Maar het is net als met Philip weer een mooie ervaring alhoewel Alice op het einde van de rit als ik de vraag naar haar naam stel, enigszins onwel wordt.
Door Workmate word ik gevraagd of ik voor een foto in de brochure en op de website nog een keer met iemand met de markt wil gaan. Samen met een van de medewerkers van Workmate en een fotograaf gaan we met zijn vijven op stap. Alice wil Cox Oranges kopen want het is november en dat is de tijd van de Coxen. Verder wil ze graag een paar nieuwe kousen want de kousenverkoper houdt er binnenkort mee op. De kousenverkoper behandelt haar als een prinses of filmster want we zijn in gezelschap van een heuse fotograaf die alles van alle kanten vastlegt.
Het verhaal van Alice is niet zo prettig. Haar hele leven heeft ze gewerkt op een makelaarskantoor en nu is ze alleen. Ze tobt met haar gezondheid, voeten en rug, kan niet meer naar de bridgeclub en heeft geen familie. Geen kinderen of man die haar bezoeken in het verpleeghuis. Toch is het een opvallend vrolijke vrouw. Ze staat er op ons te trakteren op koffie met appeltaart en net als met Philip drinken en eten we in Au Bon Vivant. Opnieuw worstelen we met het opstapje maar ditmaal zijn we dankzij de fotograaf met twee mannen en tillen we de rolstoelen gewoon omhoog.
Op de terugweg wordt Alice als gezegd onwel en ze verexcuseert zich dat het zo moet aflopen. Ik probeer de stemming er in te houden maar die is echt omgeslagen. "Een echt Schots lassie," probeer ik nog, maar enigszins in mineur breng ik haar terug naar haar kamer in het verpleeghuis.
Alleen.
Alleen op de wereld, net als in een boek.
Door iedereen verlaten, niemand die haar zoekt.
Door Workmate word ik gevraagd of ik voor een foto in de brochure en op de website nog een keer met iemand met de markt wil gaan. Samen met een van de medewerkers van Workmate en een fotograaf gaan we met zijn vijven op stap. Alice wil Cox Oranges kopen want het is november en dat is de tijd van de Coxen. Verder wil ze graag een paar nieuwe kousen want de kousenverkoper houdt er binnenkort mee op. De kousenverkoper behandelt haar als een prinses of filmster want we zijn in gezelschap van een heuse fotograaf die alles van alle kanten vastlegt.
Het verhaal van Alice is niet zo prettig. Haar hele leven heeft ze gewerkt op een makelaarskantoor en nu is ze alleen. Ze tobt met haar gezondheid, voeten en rug, kan niet meer naar de bridgeclub en heeft geen familie. Geen kinderen of man die haar bezoeken in het verpleeghuis. Toch is het een opvallend vrolijke vrouw. Ze staat er op ons te trakteren op koffie met appeltaart en net als met Philip drinken en eten we in Au Bon Vivant. Opnieuw worstelen we met het opstapje maar ditmaal zijn we dankzij de fotograaf met twee mannen en tillen we de rolstoelen gewoon omhoog.
Op de terugweg wordt Alice als gezegd onwel en ze verexcuseert zich dat het zo moet aflopen. Ik probeer de stemming er in te houden maar die is echt omgeslagen. "Een echt Schots lassie," probeer ik nog, maar enigszins in mineur breng ik haar terug naar haar kamer in het verpleeghuis.
Alleen.
Alleen op de wereld, net als in een boek.
Door iedereen verlaten, niemand die haar zoekt.
Reacties