Philip

Aan het einde van onze wandeling, als ik hem heb teruggebracht in zijn verpleeghuiskamer, vraagt hij me hem Philip te noemen. Ik vind het een blijk van waardering. De hele weg heb ik hem aangesproken met u. De man is 87, doet me lichtelijk denken aan een oud geworden Gijs Scholten van Aschat en ook, vooral door de beschaafde en welluidende manier van spreken, aan Joost Prinsen. Hij heeft een licht en keurig Haags accent en ik neem hem mee naar de markt in Schiebroek.

Door onze baas, de rector magnificus van de universiteit, uitgenodigd om vrijwilligerswerk te doen, ga ik deze vrijdagochtend naar een verpleeg- en verzorgingshuis vlakbij station Wilgenplas. Daar word ik ontvangen door de vrijwilligerscoördinator. Behalve ikzelf zijn er nog vier andere vrijwilligers, twee van een bank, twee van de gemeente. Allemaal zijn we hier via Workmate, een organisatie die met behulp van een website, bemiddeld tussen bedrijven en organisaties die behoefte hebben aan vrijwilligers.

Ik word als eerste uitgenodigd door Irma, de vrijwilligerscoördinator, om met de heer die bij de balie bij de ingang zit, op pad te gaan. Hij zit er in gezelschap van een rollator. Na een minuut al heb ik het gevoel dat het goed klikt tussen ons, maar voor de vorm vraag ik nog of ik niet beter een rolstoel kan duwen. Dat is niet nodig maar als ik een minuut of vijf onderweg ben en we al hevig met elkaar in gesprek zijn, komt Irma achter ons aan gerend met een rolstoel. Het is toch beter als meneer in een rolstoel plaatsneemt, want de markt is ver. Ze vertelt me er bij dat meneer slechts één glas alcohol mag drinken onderweg.

We lopen langs de singel richting markt. Het is wisselvallig weer en ik ben even bang voor een bui maar die valt pas als we al op de markt zijn. De Haagse Heer praat veel, vertelt veel, tapt ouderwetse vooroorlogse moppen van de soort Sam vraagt aan Moos waarom hij de soep met een mes eet. De lepel was lek, is het antwoord van Moos. Al met al heb ik het reuze naar mijn zin met deze meneer.

Op de markt kopen we cashewnoten en stroopwafels en bij bijna alles heeft De Haagse Heer wel een verhaal. Hij ziet slecht en loopt dus slecht maar heeft het naar zijn zin omdat hij naar buiten kan en ook met mijn gezelschap. Als de regen erger wordt nemen we de vlucht naar een café, Au Bon Vivant, De Levensgenieter. Eerst drinken we een koffie en daarna neemt de Haagse Heer bij ontbreken van Palm bier een Duvel en ik drink een genever, iets wat ik ook altijd met mijn schoonvader deed als ik naar de markt was geweest. In de tijd dat mijn schoonvader nog beter te been was.

Ik leer langzamerhand een groot deel van zijn geschiedenis kennen, vertel ook stukjes en beetjes van mijn eigen geschiedenis, maar het lijkt me het belangrijkste dat hij zijn verhaal eindelijk eens kwijt kan. Zijn eerste vrouw is gek geworden. Hij heeft het contact met zijn kinderen verloren. De vriendin die hij had na de scheiding van zijn vrouw is hij kwijtgeraakt vanwege zijn slechte gezondheid en doordat de vrouw een jeugdvriend ontmoette die haar wist in te palmen. De tijd vliegt.

We halen een pak zakdoeken voor hem bij de drogist en eten nog een broodje haring bij de viskraam waarvoor we lang moeten wachten en dan is het al de hoogste tijd om hem terug te brengen. Ik heb me geen moment verveeld. Sterker nog, ik zou best nog een keer met deze man een blokje om kunnen gaan.

(Ik had graag een foto van Philip willen maken, maar dat durfde ik niet goed en ik vind het ook een schending van zijn privacy om die zomaar te publiceren.)

Reacties

Populaire posts