KRT: Zadelpijn

In het vroegere station Bergweg speelt het Klein Rotterdams Toneel (KRT) de voorstelling Zadelpijn over de legendarische Italiaanse wielrenner Fausto Coppi. Twee jaar lang heb ik KRT geregisseerd en nu speelt de groep onder regie van Reinier van Mourik. Dat is een bijzondere ervaring. Alle spelers ken ik goed en heb ik vaker zien spelen. Ik ken hun gebaren en trucs, maar ben tegelijk gecharmeerd door de dingen die ze goed kunnen. Fausto Coppi wordt gespeeld door Pim Dumans, iemand die ik ken vanaf het moment dat hij bij KRT kwam spelen. Zijn tegenstander Gino Bartoldi wordt gespeeld door Richard Kors die bij mij meerdere malen hoofdrollen heeft gespeeld. Ook is er weer muziek van Patrick Bruggeman, ditmaal niet op piano maar op een prachtig antiek tweedehands elektronisch orgel.

Het stuk Zadelpijn is een komedie over de opkomst en ondergang van Fausto Coppi, Van bakkersknecht tot wereldberoemd wielrenner, winnaar van de Giro d'Italia en de Tour de France, en wereldkampioen. Hij, zelf getrouwd, wordt verliefd op een getrouwde vrouw, moeder van twee kinderen, La Dama Bianca, en dat valt niet goed in het katholieke Italië. Hij wordt ge-excommuniceerd door de kerk en verliest alles wat hij bezit.

In het stuk zitten een zevental grotere rollen, Coppi, Bartoldi, Coppi's vrouw, zijn moeder, de Dame in het Wit, haar echtgenoot en de pastoor van het dorp waar Coppi vandaan komt. Daarnaast spelen de spelers middels een groot aantal verkleedpartijen diverse dubbelrollen. Daardoor, en mede door de liedjes, heeft de voorstelling iets van een revue met sketches. Ik ben niet echt gecharmeerd van het stuk. Het is te lang en vooral de semi-filosofische en meer diepzinnig bedoelde passages hadden wat mij betreft makkelijk geschrapt kunnen worden. Of ze hadden meer over the top gespeeld moeten worden waardoor ze in plaats van semi-diepzinnig hilarisch hadden kunnen worden.

Dat is namelijk het enige wat van tijd tot tijd ontbreekt in de voorstelling, de vaart. Soms stokt het even en dat is jammer. Want over het algemeen is het een heel leuke en grappige komedie die vooral de spot drijft met het katholicisme en de Italiaanse volksaard. Daardoor wordt het voor de (Nederlandse) toeschouwers nergens pijnlijk en dat is de reden dat ik dit stuk nooit zou kiezen om te spelen. Maar ik heb een kostelijke avond. Ik geniet van alle typetjes die goed worden neergezet en moet regelmatig hard lachen. Om Magda de Frel als domme typiste, Dunja Bonnarens als Vlaamse masseur met prachtige snor, om Aad Fase als omroeper, om Wil Bruggeman als de paus op de plee, om Pim Dumans als fotograaf, om Richard Kors als tante, Dick Oskam als fietsenmaker met jampotglazenbril, en om Daniëlle Hermans als de Dame in het wit tijdens haar prachtige ruzie met haar man.

Ik ben zeer tevreden over 'mijn' groepje dat nu niet toch niet echt meer mijn groepje is maar waarmee ik me nog steeds verbonden voel.

Reacties

Populaire posts