Dark
Ik loop door museum Boijmans op weg naar de poëtische stadsguerilla bij de tentoonstelling Dark. Denk ik. Ik kom uit in het paviljoen en ontdek daar dat ik verkeerd ben. Ik ben niet de enige. Voor me staat een vrouw met een paardenstaart in een Ollie B. Bommeljasje en met blauwe gympen aan, die dezelfde verkeerde weg is gelopen. We kijken elkaar aan en ik zeg dat ik weer niet goed geluisterd heb naar de portier die me de weg wees, zoals altijd. We vinden het wel, zegt ze. Ik kijk op mijn plattegrond en zie dat we naar boven moeten, naar de tentoonstelling, dus lopen we gezamenlijk naar de Spaanse trap. Op de trap stelt ze me een bijzondere vraag.
"Hoe heet jij?" vraagt ze. Ik noem mijn naam. "En jij?" stel ik als wedervraag. Zij noemt de hare. Omdat onze voornamen niet echt veel voorkomend zijn realiseren we ons wie we zijn. Ik ken haar van het subsidiebureau, van galerie TENT en weet dat ze nu in Boijmans werkt. We kennen elkaar alleen van de telefoon en via email maar hebben elkaar nog nooit ontmoet. Ze ziet er anders uit dan ik verwachtte, niet blond, wel knap. "Je werkt nu in Boijmans," zeg ik. "Ik heb in een column van Ernest van der Kwast gelezen dat hij door drie dames is opgesloten in de Stadsgalerij van het museum. Jij bent één van die drie dames."
Als het programma van dichters op de tentoonstelling is afgelopen gaat iedereen naar het paviljoen waar het vervolgd wordt. Ik blijf achter op de tentoonstelling en loop geheel alleen door de verlaten zalen van het museum. Een heerlijke ervaring. Alle kunst voor mezelf. Niet gestoord door andere kijkers. Alleen hier en daar een suppoost die een oogje in het zijl houdt. Voor straf mis ik de uitreiking van het boekje met teksten van het programma, maar dat geeft niet. Dat zou, misschien via de boekenkast, toch maar in de prullenmand belanden.
"Hoe heet jij?" vraagt ze. Ik noem mijn naam. "En jij?" stel ik als wedervraag. Zij noemt de hare. Omdat onze voornamen niet echt veel voorkomend zijn realiseren we ons wie we zijn. Ik ken haar van het subsidiebureau, van galerie TENT en weet dat ze nu in Boijmans werkt. We kennen elkaar alleen van de telefoon en via email maar hebben elkaar nog nooit ontmoet. Ze ziet er anders uit dan ik verwachtte, niet blond, wel knap. "Je werkt nu in Boijmans," zeg ik. "Ik heb in een column van Ernest van der Kwast gelezen dat hij door drie dames is opgesloten in de Stadsgalerij van het museum. Jij bent één van die drie dames."
Als het programma van dichters op de tentoonstelling is afgelopen gaat iedereen naar het paviljoen waar het vervolgd wordt. Ik blijf achter op de tentoonstelling en loop geheel alleen door de verlaten zalen van het museum. Een heerlijke ervaring. Alle kunst voor mezelf. Niet gestoord door andere kijkers. Alleen hier en daar een suppoost die een oogje in het zijl houdt. Voor straf mis ik de uitreiking van het boekje met teksten van het programma, maar dat geeft niet. Dat zou, misschien via de boekenkast, toch maar in de prullenmand belanden.
Reacties