Blauwbaardkamer
We staan op blote voeten voor de Blauwbaardkamer. Hilde en ik. We hebben een wit schaaltje bij ons met daarin een rode vloeistof (bloed?). Hilde vist er een sleutel uit die op de deur past en we gaan naar binnen. We staan in het pikdonker en horen een stem. Die spreekt over de durf om naar binnen te gaan terwijl je weet dat je gestraft zult worden. Zo staan we een paar minuten te luisteren. Dan wordt een lucifer aangestoken en zien we een naakte man liggen, op zijn rug, met het hoofd naar ons toegekeerd. We staan achter een gordijn waartussendoor we kunnen kijken. Hij staat op een steekt de kaarsen van een soort van kroonluchter aan. De kroonluchter is gemaakt van botjes, van een konijn? Het is bijna Pasen. Als vier kaarsen zijn aangestoken loopt de man op ons toe en geeft Hilde een hand. Hij neemt haar mee. Hij plaatst haar op een stoel met rood fluweel bedekt. Hij pakt een zinken teil en vult die met water. Dan begint hij haar voeten te wassen. Hij doet het langzaam en zorgvuldig terwijl ik toekijk. Uit de ghettoblaster die rechts van me staat komt nu klassieke muziek, ik denk Bach. Over lijden en verlossing gaat het. Het is bijna Pasen. Als hij klaar is met wassen neemt hij opnieuw de hand van Hilde en leidt haar terug naar de deur. Lachend gaan we naar buiten.
Reacties