De Boskoopmonologen: Wachten in de regen

Ik ga naar Boskoop om een lokatie te regelen voor de monoloog van de licht dementerende mevrouw, Marie. Eerst moet ik wachten omdat de trein niet eerder gaat. Ik bel de dame met wie ik een afspraak heb dat het een half uur later wordt. Als ik naar buiten loop schijnt de zon, maar ik zit nog niet op de fiets of een hagelbui valt op me neer. Ik wil snel via het postagenstschap om een aantal brieven te posten maar daar staat een lange rij. Geen tijd om te wachten, ik moet een trein halen dus ik spring opnieuw op de fiets. De hagel is overgegaan in regen en ik regen nat terwijl ik naar de Kralingse Zoom fiets.
De metro is er snel en ik ben op tijd op het station. Ik sta te wachten op de sneltrein van 12.54 uur, die heeft vijf minuten vertraging. Ik wacht en wacht totdat op het bord de sneltrein van 12.59 uur verschijnt. Die heeft ook vijf minuten vertraging. Ik vrees voor mijn afspraak. In Gouda ren ik snel naar het juiste perron om mijn aansluitende trein(tje), de lightrail naar Alphen aan den Rijn, nog te pakken. Ik zie hem voor mijn neus wegrijden. Opnieuw een half uur wachten. Ik bel de dame van het zorgcentrum om te zeggen dat ik weer een half uur later ben. Ze wil me graag persoonlijk spreken. Ze had me gezegd dat ze vanaf twee uur bezet is. Voor die tijd zal ik er niet zijn.
In Boskoop aangekomen begint het precies weer te regenen. Vanaf dat ik op de Kralingse Zoom op de metro stapte was het droog. Ik loop door de regen naar het zorgcentrum. Moet van al dat hemelwater ondertussen vreselijk nodig pissen. Als ik van het toilet kom komt mijn afspraak aanlopen. Een stevige jongedame die Brenda heet. Ze brengt me naar een klein zaaltje dat uitermate geschikt is voor mijn doeleinden. Een kleine ruimte met tafeltjes en stoelen. Marie kan aan één van de tafeltjes zitten en van daar haar verhaal doen. Brenda gaat het overleggen met het management van het zorgcentrum. Tevreden verlaat ik het tehuis.
Ik bel met het politiebureau om te zien of het mogelijk is daar nu onmiddellijk ook een afspraak te maken. Daar is niemand. Om de tijd te doden tot ik terug moet loop ik de afstanden die het publiek moet lopen als ze alle monologen willen bekijken. Het zijn niet echt grote afstanden.
Ik neem de trein terug en die blijft even staan in Waddinxveen. Ik vrees het ergste voor mijn volgende afspraak. Alles gaat goed. Ik ben op tijd thuis voor het eten, op tijd bij de mentor van mijn oudste dochter, voor het concert van mijn jongste dochter en daarna door naar Het Gebroken Oor. Daarvoor ben ik veel te vroeg. Ik moet een half uur wachten op Frans. Dus besluit ik de trein te nemen. Ik stap in zonder kaartje. Dus weer uit de trein in Schiedam om een kaartje te kopen. Uiteindelijk ben ik niet veel vroeger dan Frans in Delft voor de repetitie.
Op de terugweg twintig minuten wachten op de tram. In de regen. Het is koud in Rotterdam. Tegen half één ben ik thuis. Opnieuw nodig pissen. Van de kou en de natheid. Wat een dag!

Reacties

Populaire posts