Wat de boer niet kent dat lust-ie niet

We moeten op de terugweg nog snel iets eten, er is weinig tijd over. We lopen langs een patatkraam. Er staat een lange rij. In de auto besluiten we bij de eerste de beste patatkraam te stoppen, maar alle kramen zitten vol etende mensen en er staan lange rijen. Het wordt avond. Iedereen heeft op dit tijdstip honger. We rijden door en komen in een rij met stilstaande en langzaam rijdende auto's terecht. Zal ik op tijd thuis zijn? Zij stelt voor me met haar auto naar het metrostation te brengen waar mijn fiets staat. Zij heeft tijd genoeg. Geen strenge deadline om thuis te komen. Ik stel voor daar een Surinaams broodje te eten, als die kraam tenminste nog open is als we daar aankomen. Zal wel om zeven uur dicht gaan. Ze komt uit een dorp aan zee en heeft nog nooit een Surinaams broodje gegeten. Natuurlijk hoop ik dat ze het net zo lekker vindt als ik. Wil je niet altijd dat degene van wie je houdt hetzelfde lekker, mooi, interessant en leuk vindt als jij? In de auto genieten we allebei van de broodjes. Kerrie, bacalhao en tsa siew. De kraam blijkt open tot negen uur. We hebben nog wat extra tijd tezamen, een laatste kus is de geslaagde afsluiting van een geslaagde ontmoeting.

Reacties

Populaire posts