Ik dool - u wacht
De bus rijdt door Klaaswaal, het pittoreske binnenstadje door en dan een dijkje omhoog. Naast de dijk staat een huis. Dool ik - wacht u, staat er op, in gotische letters. Ongetwijfeld wordt hier de dolende godzoeker bedoeld, op zoek naar de heer. Pas aan het einde van zijn leven wordt zijn doel vervuld in de dood en wacht de heer, of Jezus, hem op aan de hemelpoort. Zelf ben ik niet bepaald dolende maar op weg naar een vmbo-school waar ik een dramales moet geven. Ik weet de weg niet maar zal die zonder twijfel met behulp van de vriendelijke buschauffeur gaan vinden. Dat gebeurt ook. Maar als ik op de tweede dag van mijn workshops terugkeer maak ik een foto van het huis.
Dool ik - wacht u. Het is een vreemde naam voor een huis. Bij de dolende gelukszoeker denk ik eerder aan een zwerver of verloren zoon, op weg door de woestijn, eventueel geholpen door de barmhartige samaritaan of St Maarten die hem de helft van zijn mantel schenkt. Niet aan de warmte van huis en haard in het godsvruchtige dorp Klaaswaal. Maar het zou ook kunnen dat de bewoner na een zondig leven vol drank en overspel nu eindelijk de rust heeft gevonden en troost in het geloof. Een fijne Paasgedachte. Ook ik zit warm binnen terwijl buiten de sneeuw naar beneden dwarrelt. Misschien is het nog anders. Het kan ook zijn dat de ik-persoon bang is dat hij het rechte pad kwijtraakt en gaat dolen. Als ik onverhoopt ga dolen dan wacht u. Dan is er gelukkig tenminste nog de zekerheid dat u er bent die op mij wacht. Maar dan kan de hier bedoelde u ook het huis zijn, of de vrouw die geduldig achter de gerania zit te wachten op de bekeerde zondaar tot hij thuiskomt van een dag hard werken op god's akker.
Dool ik - wacht u. Het is een vreemde naam voor een huis. Bij de dolende gelukszoeker denk ik eerder aan een zwerver of verloren zoon, op weg door de woestijn, eventueel geholpen door de barmhartige samaritaan of St Maarten die hem de helft van zijn mantel schenkt. Niet aan de warmte van huis en haard in het godsvruchtige dorp Klaaswaal. Maar het zou ook kunnen dat de bewoner na een zondig leven vol drank en overspel nu eindelijk de rust heeft gevonden en troost in het geloof. Een fijne Paasgedachte. Ook ik zit warm binnen terwijl buiten de sneeuw naar beneden dwarrelt. Misschien is het nog anders. Het kan ook zijn dat de ik-persoon bang is dat hij het rechte pad kwijtraakt en gaat dolen. Als ik onverhoopt ga dolen dan wacht u. Dan is er gelukkig tenminste nog de zekerheid dat u er bent die op mij wacht. Maar dan kan de hier bedoelde u ook het huis zijn, of de vrouw die geduldig achter de gerania zit te wachten op de bekeerde zondaar tot hij thuiskomt van een dag hard werken op god's akker.
Reacties