Ik dool - u wacht

Dool ik - wacht u. Het is een vreemde naam voor een huis. Bij de dolende gelukszoeker denk ik eerder aan een zwerver of verloren zoon, op weg door de woestijn, eventueel geholpen door de barmhartige samaritaan of St Maarten die hem de helft van zijn mantel schenkt. Niet aan de warmte van huis en haard in het godsvruchtige dorp Klaaswaal. Maar het zou ook kunnen dat de bewoner na een zondig leven vol drank en overspel nu eindelijk de rust heeft gevonden en troost in het geloof. Een fijne Paasgedachte. Ook ik zit warm binnen terwijl buiten de sneeuw naar beneden dwarrelt. Misschien is het nog anders. Het kan ook zijn dat de ik-persoon bang is dat hij het rechte pad kwijtraakt en gaat dolen. Als ik onverhoopt ga dolen dan wacht u. Dan is er gelukkig tenminste nog de zekerheid dat u er bent die op mij wacht. Maar dan kan de hier bedoelde u ook het huis zijn, of de vrouw die geduldig achter de gerania zit te wachten op de bekeerde zondaar tot hij thuiskomt van een dag hard werken op god's akker.
Reacties