Papagaai
De vrouw-met-de-snor in het personeelsrestaurant, de jongens van de band, mijn werkstudent, de-onbekende-buurvrouw in de Plus, mijn collega's, iedereen vraagt me naar het verhaal van mijn val op het plaveisel. Ik lijk net een papagaai, steeds opnieuw vertel ik hetzelfde verhaal. Ik hoor allerlei horrorverhalen over anderen. Hoe die nog ernstiger ten val zijn gekomen dan ik.
Ik lees in Erasmus Magazine een artikel over cultuursocioloog Dr. Dick Houtman. "Domme pech bestaat niet meer" is de titel. "Zodra er iets mis gaat, wordt keer op keer de vraag gesteld: wie had dit moeten voorkomen? Als er een ongeluk gebeurt, dan is er iemand die faalt." Als dingen tegenzitten is dat de schuld van anderen, als alles goed gaat heb je dat aan jezelf te danken. Ik ga onmiddellijk op zoek naar een schuldige. Niet ik ben dom geweest door 's nachts over een naar beneden aflopend en hobbelig trottoir te rijden. Nee, degene die het trottoir moest onderhouden is de boosdoener. Als de tegels netter hadden gelegen was dit niet gebeurd.
Ik lees in Erasmus Magazine een artikel over cultuursocioloog Dr. Dick Houtman. "Domme pech bestaat niet meer" is de titel. "Zodra er iets mis gaat, wordt keer op keer de vraag gesteld: wie had dit moeten voorkomen? Als er een ongeluk gebeurt, dan is er iemand die faalt." Als dingen tegenzitten is dat de schuld van anderen, als alles goed gaat heb je dat aan jezelf te danken. Ik ga onmiddellijk op zoek naar een schuldige. Niet ik ben dom geweest door 's nachts over een naar beneden aflopend en hobbelig trottoir te rijden. Nee, degene die het trottoir moest onderhouden is de boosdoener. Als de tegels netter hadden gelegen was dit niet gebeurd.
Reacties