Onverwachte ontmoeting
Ik fiets naar Schoonhoven door het Loetbos. In een bocht in de weg ligt in het water dat langs de weg meeloopt, op een plaats waar het water even wat breder is, een groepje roeiboten. Te huur. Ze liggen kris-kras in het water, grijs op grijs. Even twijfel ik of ik een foto van het groepje roeiboten zal maken. Het is nog vroeg in de avond en ik ben op weg naar de voorstelling van Arto Post Laboro, Huize Horror. Ik fiets snel door want ik wil niet te laat komen en ik maak een goede tijd, de snelste tijd tot nu toe, één uur en vijfentwintig minuten. Ruim op tijd kom ik aan.
In de foyer is het druk en heet, buiten op straat was het heerlijk koel, hier is het drukkend warm. Ik sta aan de bar en bestel een koffie. Dan komt de actrice die ik uit de groep gestuurd heb binnen. Van alle zes avonden waarop het stuk speelt kiezen we toevallig allebei dezelfde. Zij is de laatste die ik hier verwacht. Ze kijkt vanuit een ooghoek naar mij en ik doe hetzelfde. Als ze aan de bar staat om koffie te bestellen groeten we elkaar formeel. Ik heb geen zin in excuses, geen zin in een gesprek. Geen zin in een ruzie. De hele avond ontwijken we elkaar. De foyer is klein en het is moeilijk elkaar te ontlopen. Toch doen we beiden ons best dat te doen. Net als de bootjes in het water beweegt iedereen in de foyer kris-kras door elkaar. Dobbert ongecoördineerd heen en weer.
Na de voorstelling spring ik snel op mijn fiets, het is nog een lange tocht terug. Rechts van me is hoog boven de wolken een onweer aan de gang. Gelukkig komt het niet dichterbij en gaat het niet regenen. Ik twijfel of ik in Lekkerkerk een café binnen zal lopen om even te pauzeren. Ik verwerp de gedachte, durf aan de ene kant niet goed in mijn eentje een onbekend café binnen te lopen, aan de andere kant wil ik opschieten. Tijdens de voorstelling heb ik last gekregen van mijn keel en ik voel me niet helemaal lekker.
In de foyer is het druk en heet, buiten op straat was het heerlijk koel, hier is het drukkend warm. Ik sta aan de bar en bestel een koffie. Dan komt de actrice die ik uit de groep gestuurd heb binnen. Van alle zes avonden waarop het stuk speelt kiezen we toevallig allebei dezelfde. Zij is de laatste die ik hier verwacht. Ze kijkt vanuit een ooghoek naar mij en ik doe hetzelfde. Als ze aan de bar staat om koffie te bestellen groeten we elkaar formeel. Ik heb geen zin in excuses, geen zin in een gesprek. Geen zin in een ruzie. De hele avond ontwijken we elkaar. De foyer is klein en het is moeilijk elkaar te ontlopen. Toch doen we beiden ons best dat te doen. Net als de bootjes in het water beweegt iedereen in de foyer kris-kras door elkaar. Dobbert ongecoördineerd heen en weer.
Na de voorstelling spring ik snel op mijn fiets, het is nog een lange tocht terug. Rechts van me is hoog boven de wolken een onweer aan de gang. Gelukkig komt het niet dichterbij en gaat het niet regenen. Ik twijfel of ik in Lekkerkerk een café binnen zal lopen om even te pauzeren. Ik verwerp de gedachte, durf aan de ene kant niet goed in mijn eentje een onbekend café binnen te lopen, aan de andere kant wil ik opschieten. Tijdens de voorstelling heb ik last gekregen van mijn keel en ik voel me niet helemaal lekker.
Reacties