Re: member Pincoffs, de voorstelling
Het is winderig en donkere wolken hangen boven de Maas als ik, iets aan de late kant, naar het Havenmuseum fiets. Het is zaterdag en vanavond is het zover. De Museumnacht en de voorstelling Re: member Pincoffs wordt gespeeld.
Ik kom aan in het Verolme Paviljoen en iedereen zit nog rustig koffie te drinken en van de bonbons te eten waarop Minnekus trakteert. Hij blijkt jarig te zijn vandaag. Ik stel me voor aan de gidsen en begroet de andere spelers. Ook de twee acteurs die in het stadhuis Johan en Dina spelen zijn aanwezig, de Schrijfster die vorig jaar de monoloog schreef en nu beide stukken, en Dokter Kees die de stem van Pincoffs heeft opgenomen en ingesproken. Na de koffie kleden we ons om en betrekken in groepjes de locaties waar gespeeld moet gaan worden. Daarna spelen we aan het einde van de middag voor een handjevol gasten de hele voorstelling als tryout.
Dan is het tijd voor pizza's die van betere kwaliteit zijn als de pizza's van vorig jaar en is er wat lege tijd over. Tijd om rond te hangen. We lopen naar het stadhuis voor de andere voorstelling in de Burgerzaal en hangen daar ook weer een tijd lang rond. Al wachtend en herinneringen ophalend aan onze diverse huwelijken op diverse plaatsen. Ik laat mezelf fotograferen als Anton Heijboer en tenslotte is het zover en zien we de voorstelling RE: ik ook van jou. Over de fictieve liefde tussen Johan Thorn Pricker, de schilder die de wandschilderingen heeft gemaakt in de Burgerzaal van het stadhuis, waar de voorstelling wordt gespeeld, en Dina Evers, de vrouw van de architect Henri Evers, ontwerper van hetzelfde stadhuis. Een mooie poëtische voorstelling in de vorm van voorgelezen brieven, waarin veel tussen de regels wordt gezegd en gesuggereerd. Mooie tekst van Willy Hilverda, mooi rustig gespeeld. Ook de schilderijen van Pricker zijn erg bijzonder en vervullen op de achtergrond een belangrijke rol in de voorstelling.
We lopen terug naar het Havenmuseum en dan "gaan we voor het echie" zoals het in mooi Rotterdams heet. We spelen elf keer en het gaat goed. Het publiek lijkt redelijk enthousiast. Tussendoor veel wachten maar het loopt lekker door en er kan genoeg gespeeld worden. Ik heb het gevoel dat ik redelijk constant en hetzelfde speel. Mijn beide dochters komen om de beurt langs met vriendinnen, een gebaar dat ik zeer waardeer. Naderhand complimentjes en zelf ben ik redelijk tevreden.
Mijn dochters vinden de volgende dag dat ik iets te overdreven heb geartikuleerd en te luid gesproken en mijn vrouw heeft mijns inziens terechte kritiek op de vormgeving van de kostuums. Daar is niet echt de hand van een centrale vormgever overheen gegaan en dat is te zien.
Na de voorstellingen loop ik nog even de Museumnacht in, over de Witte de Withstraat en drink met de Drie Broers een glas bier in café De Schouw. Ik ontmoet nog wat oude bekenden en besluit volgend jaar toneelspelen in de Museumnacht over te slaan. Dan ga ik weer eens vanouds musea bekijken zonder aan één plek gebonden te zijn. Maar ik fiets tegen tweeën met een goed gevoel door de regen naar huis waar Moeder De Vrouw nog op me zit te wachten met een glas rode wijn.
Dan is het tijd voor pizza's die van betere kwaliteit zijn als de pizza's van vorig jaar en is er wat lege tijd over. Tijd om rond te hangen. We lopen naar het stadhuis voor de andere voorstelling in de Burgerzaal en hangen daar ook weer een tijd lang rond. Al wachtend en herinneringen ophalend aan onze diverse huwelijken op diverse plaatsen. Ik laat mezelf fotograferen als Anton Heijboer en tenslotte is het zover en zien we de voorstelling RE: ik ook van jou. Over de fictieve liefde tussen Johan Thorn Pricker, de schilder die de wandschilderingen heeft gemaakt in de Burgerzaal van het stadhuis, waar de voorstelling wordt gespeeld, en Dina Evers, de vrouw van de architect Henri Evers, ontwerper van hetzelfde stadhuis. Een mooie poëtische voorstelling in de vorm van voorgelezen brieven, waarin veel tussen de regels wordt gezegd en gesuggereerd. Mooie tekst van Willy Hilverda, mooi rustig gespeeld. Ook de schilderijen van Pricker zijn erg bijzonder en vervullen op de achtergrond een belangrijke rol in de voorstelling.
We lopen terug naar het Havenmuseum en dan "gaan we voor het echie" zoals het in mooi Rotterdams heet. We spelen elf keer en het gaat goed. Het publiek lijkt redelijk enthousiast. Tussendoor veel wachten maar het loopt lekker door en er kan genoeg gespeeld worden. Ik heb het gevoel dat ik redelijk constant en hetzelfde speel. Mijn beide dochters komen om de beurt langs met vriendinnen, een gebaar dat ik zeer waardeer. Naderhand complimentjes en zelf ben ik redelijk tevreden.
Mijn dochters vinden de volgende dag dat ik iets te overdreven heb geartikuleerd en te luid gesproken en mijn vrouw heeft mijns inziens terechte kritiek op de vormgeving van de kostuums. Daar is niet echt de hand van een centrale vormgever overheen gegaan en dat is te zien.
Na de voorstellingen loop ik nog even de Museumnacht in, over de Witte de Withstraat en drink met de Drie Broers een glas bier in café De Schouw. Ik ontmoet nog wat oude bekenden en besluit volgend jaar toneelspelen in de Museumnacht over te slaan. Dan ga ik weer eens vanouds musea bekijken zonder aan één plek gebonden te zijn. Maar ik fiets tegen tweeën met een goed gevoel door de regen naar huis waar Moeder De Vrouw nog op me zit te wachten met een glas rode wijn.
Reacties