Voor de verre prinses

De regisseur lijkt tevreden. Ik heb de monoloog voor de eerste keer gedaan. Voor het eerst niet alleen opgezegd maar een poging gedaan hem te spelen. In de Museumnacht op 1 maart moet ik de monoloog spelen op een klein fluisterbootje in de Leuvehaven. Het bootje vertrekt vanaf het Havenmuseum. Om me heen dan acht mensen publiek.

Ineens bevind ik me in twee korte stukken in de rol van acteur in plaats van regisseur. Nu kan ik alle vragen die ik heb over de tekst aan de regisseur vragen en hoef ik niet zoals anders, de antwoorden zelf te bedenken. De monoloog is geschreven door Willy Hilverda en beweegt zich rondom het idee van het gedicht Voor de verre prinses van Slauerhoff. Dat gaat zo:

Voor de verre prinses

Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tusschenbeide.
Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam,
Maar andre sterren zien we in andre tijden.

Uw land is zoo ver van mijn land verwijderd:
Van licht tot verste duisternis - dat ik
Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,
U zou begroeten met mijn stervenssnik.

Maar als het waar is dat door groote droomen
Het zwaarst verlangen over wordt gebracht
Tot op de verste ster: dan zal ik komen,
Dan zal ik komen, iedren nacht.


Het gaat over een man die contact heeft met een vrouw aan de andere kant van de oceaan. Hij wil naar haar toe maar durft niet te vliegen. Het is een mooie en poëtische tekst. Heeft een mooi ritme. Iedere keer dat ik de tekst doe, een keer of vijf vanochtend, komen er nieuwe dimensies bij. Alleen de laatste keer heb ik het idee dat ik te technisch begin te acteren, teveel denk aan wat ik moet doen en wil doen, en me te weinig mee laat voeren met mijn eigen emotie. Maar dat komt vast wel goed. Met publiek is alles anders.
Illustratie: de bekendste foto van Slauerhoff

Reacties

Anoniem zei…
Heb je de muziek van Cristina Branco gebruikt? Welke accoorden zitten er eigenlijk in?

Groeten, Reinier van Mourik
Ik heb inderdaad de muziek van Cristina Branco gebruikt en de akkoorden zorgden voor veel hoofdbrekens. Maar ik heb geluisterd naar de versie van Nynke Laverman. Het duurde erg lang voordat ik enig idee had hoe het nummer in elkaar stak. Het cello-loopje was makkelijk, de akkoorden moeilijk. Ik kwam uit op A / E / F#m / Bm / D# D / A / F#m / Bm / D# voor de twee eerste coupletten en Em / D#m / Dm / C#m / voor het einde. Of dat echt goed is weet ik niet, maar ik kwam er mee weg.

Hartelijke groet,

Fedde

Populaire posts