Oom Tim
Terwijl ik in de stad fiets op zoek naar een nieuwe broek word ik gebeld. Onze vaste telefoon thuis doet het niet, een storing op de lijn. Oom Tim is dood. De tweede broer van mijn vader die gestorven is. Mijn vader komt uit een gezin van zeven kinderen, zes jongens en één meisje. Hij vertelt me het droeve nieuws. Vannacht is oom Tim gestorven, voor of na twaalf uur, dat is niet duidelijk. Maar als hij na twaalf uur is gestorven dan is hij op zijn verjaardag heengegaan.
Terwijl ik verder fiets door de stad op zoek naar een nieuwe broek, komt er een soort rouwstemming over me. Niet dat ik mijn oom de laatste jaren veel heb gezien. En ook vroeger zag ik hem weinig. Hij was de oom die ver weg woonde. In Rotterdam en later in Hendrik-Ido-Ambacht. Eens in de zoveel tijd zagen wij hem bij opa en opoe in Groningen. Een vrolijke man met een Rotterdams accent. De enige oom met een Rotterdams accent. Vroeger in Groningen heette hij Tinus, later Tim. Vergezeld van tante Bep, ook een vrolijke en goedlachse tante. Ze hadden enige tijd in Canada gewoond en hun kinderen vroegen niet om pindakaas maar om peanutbutter.
De laatste keer dat ik hen langdurig heb gezien was bij de crematie van mijn opa, ongeveer zeventien jaar geleden. Mijn vrouw was hoogzwanger van onze oudste dochter. Wij reden mee naar Groningen. Het was een prachtige dag in mei. We picknickten op de Veluwe in een bos. Ik geloof dat dat op de terugweg was naar Rotterdam. Zij hadden alle tijd en wij hadden volgens mij enigszins haast. Dat gaf een licht gevoel van wrevel naar elkaar op dat moment, maar de goede herinneringen overheersen. Een half jaar geleden kreeg hij een beroerte en heb ik nog een kaart gestuurd om sterkte te wensen. Anderhalf jaar geleden heb ik hem voor het laatst gezien op de crematie van die andere dode oom, oom Arie.
Nadat mijn oom Tim uitgewerkt was en met pensioen was gegaan zijn hij en zijn vrouw nog een paar maal verhuisd. Eerst naar Twente, tweemaal, en toen naar een klein plaatsje ten oosten van Groningen en tenslotte toch weer terug naar Hendrik-Ido-Ambacht. Dat is nu maar goed ook. Daar wonen zijn kinderen nog steeds. Daar zal hij deze week gecremeerd worden.
Mijn stemming is omgeslagen en ik koop geen broek meer. Ik fiets naar huis en vlakbij huis komt mijn vrouw aanrijden in een oranje poncho. "Oom Tim is overleden," zeg ik.
Terwijl ik verder fiets door de stad op zoek naar een nieuwe broek, komt er een soort rouwstemming over me. Niet dat ik mijn oom de laatste jaren veel heb gezien. En ook vroeger zag ik hem weinig. Hij was de oom die ver weg woonde. In Rotterdam en later in Hendrik-Ido-Ambacht. Eens in de zoveel tijd zagen wij hem bij opa en opoe in Groningen. Een vrolijke man met een Rotterdams accent. De enige oom met een Rotterdams accent. Vroeger in Groningen heette hij Tinus, later Tim. Vergezeld van tante Bep, ook een vrolijke en goedlachse tante. Ze hadden enige tijd in Canada gewoond en hun kinderen vroegen niet om pindakaas maar om peanutbutter.
De laatste keer dat ik hen langdurig heb gezien was bij de crematie van mijn opa, ongeveer zeventien jaar geleden. Mijn vrouw was hoogzwanger van onze oudste dochter. Wij reden mee naar Groningen. Het was een prachtige dag in mei. We picknickten op de Veluwe in een bos. Ik geloof dat dat op de terugweg was naar Rotterdam. Zij hadden alle tijd en wij hadden volgens mij enigszins haast. Dat gaf een licht gevoel van wrevel naar elkaar op dat moment, maar de goede herinneringen overheersen. Een half jaar geleden kreeg hij een beroerte en heb ik nog een kaart gestuurd om sterkte te wensen. Anderhalf jaar geleden heb ik hem voor het laatst gezien op de crematie van die andere dode oom, oom Arie.
Nadat mijn oom Tim uitgewerkt was en met pensioen was gegaan zijn hij en zijn vrouw nog een paar maal verhuisd. Eerst naar Twente, tweemaal, en toen naar een klein plaatsje ten oosten van Groningen en tenslotte toch weer terug naar Hendrik-Ido-Ambacht. Dat is nu maar goed ook. Daar wonen zijn kinderen nog steeds. Daar zal hij deze week gecremeerd worden.
Mijn stemming is omgeslagen en ik koop geen broek meer. Ik fiets naar huis en vlakbij huis komt mijn vrouw aanrijden in een oranje poncho. "Oom Tim is overleden," zeg ik.
Reacties