Tussen de rails
In het blad Rails dat vroeger Tussen de rails heette staat een rubriek waarin mensen contact proberen te leggen met andere mensen die ze in de trein hebben gezien, Hartkloppingen. Een soort van contactadvertenties eigenlijk waarin mensen op zoek gaan naar degene met wie ze eerder oogcontact hebben gehad. De blik heeft iets losgemaakt bij de ontvanger dat herbeleefd moet worden, misschien de belofte is van meer. Te verlegen om de ander aan te spreken laat de ene kijker de andere gaan en krijgt vervolgens spijt.
Ik zit in de trein van Bergen op Zoom naar Rotterdam en flirt ongegeneerd tussen twee stoelen door met een vrouw die recht tegenover me zit. Zij flirt even ongegeneerd terug naar mij. We kijken elkaar aan, glimlachen naar elkaar en wisselen geen woord. Ze heeft roodgeverfd haar en doet me denken aan Annabella, de zangeres van Bowwowwow. Ik werp soms even een blik in mijn boek, Lettres à Madeleine, een brievenboek over een liefde die ontstaat in een trein, maar ben te moe om te lezen, zeker in het Frans, heb geen zin om naar muziek te luisteren en vul mijn reistijd met flirten. Zij kijkt van tijd tot tijd in haar boekennummer van HP/De Tijd en wisselt enkele woorden met de twee vrouwen tegenover haar die ik niet kan zien, ze zitten in de stoelen waarvan ik alleen de rugleuning zie. In Dordrecht verlaat ze de trein om naar huis te fietsen, tenminste dat is wat ze zegt tegen haar twee reisgenotes die in de trein achterblijven. Op het perron zwaait ze nog even en verdwijnt in de nacht. Haar reisgenotes blijven net als ik tot in Rotterdam zitten en stappen gelijk met mij uit.
In tegenstelling tot diegenen die een advertentie in Rails zetten, is het voor mij zo afgelopen. Ik heb genoten en dat was dat. Ik stap in Rotterdam op de tram naar huis, op weg naar vrouw en kinderen. Mijn avontuurtje is afgelopen.
Ik zit in de trein van Bergen op Zoom naar Rotterdam en flirt ongegeneerd tussen twee stoelen door met een vrouw die recht tegenover me zit. Zij flirt even ongegeneerd terug naar mij. We kijken elkaar aan, glimlachen naar elkaar en wisselen geen woord. Ze heeft roodgeverfd haar en doet me denken aan Annabella, de zangeres van Bowwowwow. Ik werp soms even een blik in mijn boek, Lettres à Madeleine, een brievenboek over een liefde die ontstaat in een trein, maar ben te moe om te lezen, zeker in het Frans, heb geen zin om naar muziek te luisteren en vul mijn reistijd met flirten. Zij kijkt van tijd tot tijd in haar boekennummer van HP/De Tijd en wisselt enkele woorden met de twee vrouwen tegenover haar die ik niet kan zien, ze zitten in de stoelen waarvan ik alleen de rugleuning zie. In Dordrecht verlaat ze de trein om naar huis te fietsen, tenminste dat is wat ze zegt tegen haar twee reisgenotes die in de trein achterblijven. Op het perron zwaait ze nog even en verdwijnt in de nacht. Haar reisgenotes blijven net als ik tot in Rotterdam zitten en stappen gelijk met mij uit.
In tegenstelling tot diegenen die een advertentie in Rails zetten, is het voor mij zo afgelopen. Ik heb genoten en dat was dat. Ik stap in Rotterdam op de tram naar huis, op weg naar vrouw en kinderen. Mijn avontuurtje is afgelopen.
Reacties