Laatste voorstelling
Het is volbracht. De laatste voorstelling is gespeeld. Ik fiets naar huis van de bushalte aan de Capelsebrug en voel me leeg. Moe maar voldaan. Het is toch gelukt. De laatste voorstelling was voor een volle zaal. In mezelf denk ik toch: als het een slechte voorstelling was waren er bij de laatste voorstelling niet zoveel mensen gekomen en was de zaal leger geweest. De meeste mensen hebben volgens mij van de voorstelling genoten. Echt zeker weet je dat echter nooit. De mensen die er niets aanvonden zeggen dat over het algemeen niet recht in je gezicht.
De zaterdagvoorstelling was het hoogtepunt. Er werd uitzonderlijk veel gelachen en de spelers speelden op topsnelheid, zonder de pauzes over te slaan. Bij die voorstelling was mijn vrouw ook nog eens aanwezig. Mijn grootste criticus. Ze vond het goed gedaan. Er goed uitzien. Ik kon tevreden zijn.
Volgens haar was ik beter geworden. In 1995 regisseerde ik bij Rogeto mijn laatste stuk. Daar heb ik vijf jaar lang kluchten geregisseerd. Met één uitzondering, een thriller. Een thriller zal ik hoogstwaarschijnlijk nooit meer doen. Een klucht daarentegen graag. Van Joe Orton bijvoorbeeld. Het is een genre dat bij me past. Ik vind een klucht niet oppervlakkig zoals de meeste mensen. Die vinden een drama dieper gaan. "Mensen die gauw huilen zijn wreed en oppervlakkig" schrijft Gerard Reve in De Avonden. Volgens mij zijn de wijsheden die in een klucht verborgen zitten minstens even diep en veelzeggend als de wijsheden in een dramatisch stuk. En de waarheden in een drama minsten zo algemeen en universeel. In een drama is er aan het eind van het stuk iets veranderd, bij een klucht blijft alles bij het oude. Is dat niet veel dramatischer?
Terwijl ik naar huis fiets vraag ik me af of ik de spelers nu voor het stuk gewonnen heb. Mijn mannelijke hoofdrolspeler heeft eerlijk toegegeven niets in het stuk te zien. Tijdens het spelen heeft hij dat goed verborgen. Ik weet het niet.
De zaterdagvoorstelling was het hoogtepunt. Er werd uitzonderlijk veel gelachen en de spelers speelden op topsnelheid, zonder de pauzes over te slaan. Bij die voorstelling was mijn vrouw ook nog eens aanwezig. Mijn grootste criticus. Ze vond het goed gedaan. Er goed uitzien. Ik kon tevreden zijn.
Volgens haar was ik beter geworden. In 1995 regisseerde ik bij Rogeto mijn laatste stuk. Daar heb ik vijf jaar lang kluchten geregisseerd. Met één uitzondering, een thriller. Een thriller zal ik hoogstwaarschijnlijk nooit meer doen. Een klucht daarentegen graag. Van Joe Orton bijvoorbeeld. Het is een genre dat bij me past. Ik vind een klucht niet oppervlakkig zoals de meeste mensen. Die vinden een drama dieper gaan. "Mensen die gauw huilen zijn wreed en oppervlakkig" schrijft Gerard Reve in De Avonden. Volgens mij zijn de wijsheden die in een klucht verborgen zitten minstens even diep en veelzeggend als de wijsheden in een dramatisch stuk. En de waarheden in een drama minsten zo algemeen en universeel. In een drama is er aan het eind van het stuk iets veranderd, bij een klucht blijft alles bij het oude. Is dat niet veel dramatischer?
Terwijl ik naar huis fiets vraag ik me af of ik de spelers nu voor het stuk gewonnen heb. Mijn mannelijke hoofdrolspeler heeft eerlijk toegegeven niets in het stuk te zien. Tijdens het spelen heeft hij dat goed verborgen. Ik weet het niet.
Reacties