Het doek valt voor het OT
Het is zover. Het gaat toch gebeuren. Alle reddingsacties ten spijt. Het doek valt voor het OT. Sinds 1973 bestaat het en sinds halverwege de zeventiger jaren ben ik een trouw bezoeker.
Gerrit Timmers was rijksgecommitteerde bij mijn eindexamen in 1980 naar aanleiding van voorstellingen als A Circular Play en Andy Warhol. Andy Warhol werd gespeeld door de drie acteurs, Dirk Groeneveld, Matin van Veldhuizen en Gerrit Timmers, in een klaslokaal van de kunstacademie. Ze waren uitgenodigd door Sipke Huismans, die Gerrit kende. Omdat ik met een toneelstuk wilde afstuderen raadde Sipke me Gerrit aan als rijksgecommitteerde, iemand die als een buitenstaander het eindexamen moest beoordelen.
Het toen nog Onafhankelijk Toneel liet mij in Enschede kennismaken met Judith Herzberg (Cranky box) en Ibsen (De vrouw van de zee met Mirjam Koen nog als actrice).
Verhuisd naar Rotterdam hielp Gerrit me met het vinden van een kamer in Kralingen en ik schreef me in voor de Theaterwinterschool en werd samen met elf andere enthousiaste amateurs geregisseerd door diezelfde Mirjam Koen. Die daar zo ongeveer haar later zo succesvolle carrière als regisseur begon. Ik schilderde mee met het Onafhankelijk Toneel in de Salon des Independants in het museum van Schiedam en in een tent op het schouwburgplein. Ik zaagde van hout zagen die in de voorstelling Warenhuis Paradijs als koopwaar werden aangeboden. Ik bezocht de nu afgebroken repetitieruimten aan de Wijnstraat waar de treinen vanaf station Blaak vlak langs de ruiten raasden. Omdat er geen gewone suiker was dronk een kopje koffie met vanillesuiker die Gerrit ergens in het pand gevonden had.
Het was halverwege de jaren tachtig, ik speelde toneel en werkte op de Fenomena, en het Onafhankelijk Toneel scheidde zich af van Maatschappij Discordia, verhuisde naar de St-Jobsweg en werd zo langzamerhand onder de nieuwe artistieke leiding bekender en beroemder. Mijn band met het OT werd losser en ik miste wel eens een voorstelling. Soms had ik daar later spijt van als ik geweldige recensies las of een gemiste voorstelling een prijs won.
Ik was eerlijk gezegd niet zo gecharmeerd van de grote barokopera's. De kleine kameropera's konden me meer bekoren. In het oude gebouw aan de St-Jobsweg waren fantastisch mooie voorstellingen te zien zoals Platonov, met een geweldige Bert Luppes, waarbij het publiek tussen de bedrijven door van de ene naar de andere tribune moest lopen.
De nieuwe zaal werd geopend met een toepasselijke Ibsen, Bouwmeester Solness, opnieuw met Bert Luppes in een superieure rol. Ik vraag me af hoeveel Ibsens Mirjam Koen heeft gedaan. In het nieuwe gebouw waren mooie festivals, zoals Cordoba, de twee zomerfestivals en sinds drie jaar het Amateur Theater Festival Rotterdam. Ook een eigen voorstelling kon daar gespeeld worden, De mooie onbekende, voor mij alleen al vanwege de locatie een hoogtepunt in mijn eigen carrière als regisseur.
Ton Lutgerink, lange tijd samen met Mirjam en Gerrit lid van de artistieke leiding, stierf. Hij was er niet vanaf het begin bij. Het begin toen het OT een collectief was waar met zijn allen vegaderd moest worden over de kleur van de plinten in het gebouw. Hij hoeft het einde ook niet meer mee te maken. Bijna veertg jaar bestaat het OT. Zo'n 35 lang heb ik ze gevolgd. Soms vond ik het goed wat ze maakten, soms fantastisch en soms minder goed. Er werd altijd gestreefd naar kwaliteit.
Maar dit is geen tijd van kwaliteit. Het draait nu allemaal om kwantiteit. Hoeveel bezoekers je bereikt, hoeveel geld je verdient. Artisticiteit is niet meetbaar. De impact op die ene bezoeker die naar huis wandelt met het gevoel dat-ie in het diepst van zijn ziel is geraakt, is dat ook niet.
De tijd dat einde zestiger jaren en aan het begin van de zeventiger jaren onder het plaveisel de bloemen bloeiden is voorbij. Nu ligt onder het plaveisel het stinkende moeras der onverschilligheid, dat stinkt naar het geld van een op economische wetten gebouwde samenleving. De tijden zijn veranderd, de tijd van Onafhankelijk Toneel is bijna voorbij. Helaas.
Reacties