De Blikken Trommel

Het boek De Blikken Trommel kende ik al gedeeltelijk door de gelijknamige film van Volker Schlondorf. Nu ik het boek gelezen heb weet ik dat de film op tweederde van het boek stopt. Op het moment dat de kleine Oskar, die sinds zijn derde niet meer groeit, besluit opnieuw te gaan groeien. Ondanks de vele extra's die het boek biedt vind ik alles achteraf beschouwend de film indrukwekkender. Juist de compactheid van de film, het overbodige dat (mijn inziens) is geschrapt, maakt dat die een grotere en heftiger indruk achterlaat. Dat neemt niet weg dat het boek vol staat met prachtige verhalen die in de film ontbreken en die ik niet graag had gemist.

Het verhaal over de kokosloper bijvoorbeeld. Hierin vrijt Oskar met een verpleegster (hij is dol op verpleegsters) met een stuk ruw en prikkelend kokostapijt tussen hen in. De verpleegster is in de veronderstelling dat ze wordt genomen door Satan, de Duivel in eigen persoon, en als ze ontdekt dat het de onooglijke buurman is, die samen met haar in het pension woont, is ze hevig teleurgesteld en vertrekt onmiddellijk. Als dan later Oskar aan het wandelen is met een hond (die hij gehuurd heeft bij een bedrijf dat honden verhuurt), vindt de hond de ringvinger van de verpleegster, met ring er aan! en wordt Oskar verdacht van moord op de verpleegster. Een waanzinnig en onwaarschijnlijk verhaal. Maar anders dan in het boek Conan Lord waarover ik enkele dagen geleden schreef worden de onwaarschijnlijkheden aannemelijk gemaakt door het feit dat Oskar zijn hele geschiedenis vertelt vanuit het perspectief van een psychiatrisch patiënt.

Illustratie: omslag van het boek met tekening van Günter Grass die, net als ik, op de kunstacademie heeft gezeten. Hij in Düsseldorf, ik in Enschede.

Reacties

Populaire posts