In Amsterdam

Ze trekt me aan mijn hand naar binnen. Het is Amsterdam aan het begin van de jaren tachtig of aan het einde van de jaren zeventig. We lopen over het Damrak. Ik ben met mijn vriendin, B., en we zijn een weekendje uit. Naar Amsterdam. Ik weet niet waar we binnen gaan. In de snelheid van het voorbijgaan heb ik het woord 'peepshow' gelezen. Iets waar ik al wel van gehoord heb maar nog nooit gezien. Het schijnt dat je er naakte vrouwen kunt bekijken. Een vorm van voyeurisme waar mannen voor betalen. Mannen die zelf geen vrouw hebben om in hun blootje te bekijken. Die heb ik wel. Camus vergelijkt de ringen van de grachten van Amsterdam in zijn boek De Val met de ringen van de Hel van Dante. Hoe meer je in het centrum komt, hoe dieper je de Hel binnenraakt. In het centrum van zijn Hel bevindt zich de rosse buurt.
B. neemt me bij de hand. We komen in een klein donker hokje ter grootte van een klein toilet. Er is een horizontaal brievenbusachtig raampje met een luikje ervoor met een verticale gleuf er naast. Daar kun je een gulden in doen, dan gaat het luikje open.
Als je door het luikje kijkt zie je een ruimte met in het midden een grote draaischijf waarop een naakte vrouw te zien is. Om haar heen zijn meer raampjes te zien. Achter de raampjes zijn vaag de ogen van andere mannen te zien die hetzelfde doen als ik. Kijken.
De vrouw voert een soort van showtje op voor de geopende venstertjes. Als ze bij ons venster aangekomen is lacht ze. Niet één paar mannenogen kijken haar aan, maar twee. Na een korte tijd gaat het luikje automatisch weer dicht. We verlaten de stinkende ruimte zonder gebruik te maken van het afvalbakje waar de zakdoekjes van onze voorgangers in liggen. Verhit en opgewonden van het hellevuur komen we terug in de frisse lucht op het Damrak.

Reacties

Populaire posts