Iers dagboek: Naar Killarney
We genieten van een uitgebreid ontbijt in B&B Danabela in Kinsale en maken daarna een wandeling naar James's Fort. Genoemd naar koning James die door onze eigen protestantse held Willem III werd verslagen. Dat heeft heel wat ellende in Ierland veroorzaakt. Ik weet niet of de Ieren daarover nog steeds haatdragend zijn ten opzichte van de Nederlanders.
Om kwart over twee stappen we op de bus en gaan we terug naar Cork. Bijna missen we de bus. We zitten op een muurtje voor Dempsey's Hostel en zijn zo verdiept in onze reisgidsen dat we de bus niet zien aankomen. Gelukkig ziet mijn dochter hem nog net op tijd. Deze nogal chagrijnige chauffeur accepteert haar studentenkaart niet en nu moet ze opeens het volle pond betalen. Eerst had hij al moeite de code van Killarney te vinden die hij nodig had om het kaartje te kunnen uitdraaien en de prijs te bepalen.
In Cork stappen we over op de bus naar Tralee, op weg naar Killarney. Langzamerhand wordt het landschap bergachtiger en indrukwekkender. Ook breekt de zon door waardoor ik terugdenk aan Sardinië. Dezelfde soort bussen door een zelfde soort landschap. Onderweg vertelt Mijn Dochter me over de film P.S. I love you waarin een jongedame in een zelfde soort landschap de man van haar leven ontmoet.
We vinden een slaapplaats in het Railway Hostel en lopen nadat we enigszins uitgerust zijn de stad in. Eerst hangen we uitgebreid de toerist uit door in allerlei winkels te gaan kijken zonder iets te kopen. Muziekwinkels, souvenirwinkels, een pubshop waar allerlei Guinness-producten te koop zijn en tenslotte een winkel waar we wel iets kopen, een boekwinkel waar we ansichtkaarten kopen voor het thuisfront. Vanochtend heb ik al postzegels gekocht op het postkantoor van Kinsale. 82 ct per stuk.
Ik stel voor om nu toch maar die Murphy's te drinken die we gisteren niet kregen. We lopen café Speakeasy in. Een echt dorpscafé waar voornamelijk oudere mannen aan de bar zitten die aandachtig naar de paardenraces kijken die op televisie zijn. Als de race begint zet de barman onmiddellijk het geluid harder om dat weer te dempen als de strijd over is.
We komen om zeven uur binnen en in het uurtje dat we er zijn loopt de bar steeds voller met uiteenlopende types. Twee dames die makkelijk plaats kunnen nemen in de Engelse variant van Oh Oh Gerso!, een grote groep mannen die onmiddellijk begint te juichen bij een doelpunt in een rugbywedstrijd die ondertussen op een ander televisiescherm is begonnen, oudere dames in bloemetjesjurken en een man waarbij het lijkt alsof iemand een hap uit zijn gezicht heeft genomen. Een bont gezelschap.
Om kwart over twee stappen we op de bus en gaan we terug naar Cork. Bijna missen we de bus. We zitten op een muurtje voor Dempsey's Hostel en zijn zo verdiept in onze reisgidsen dat we de bus niet zien aankomen. Gelukkig ziet mijn dochter hem nog net op tijd. Deze nogal chagrijnige chauffeur accepteert haar studentenkaart niet en nu moet ze opeens het volle pond betalen. Eerst had hij al moeite de code van Killarney te vinden die hij nodig had om het kaartje te kunnen uitdraaien en de prijs te bepalen.
In Cork stappen we over op de bus naar Tralee, op weg naar Killarney. Langzamerhand wordt het landschap bergachtiger en indrukwekkender. Ook breekt de zon door waardoor ik terugdenk aan Sardinië. Dezelfde soort bussen door een zelfde soort landschap. Onderweg vertelt Mijn Dochter me over de film P.S. I love you waarin een jongedame in een zelfde soort landschap de man van haar leven ontmoet.
We vinden een slaapplaats in het Railway Hostel en lopen nadat we enigszins uitgerust zijn de stad in. Eerst hangen we uitgebreid de toerist uit door in allerlei winkels te gaan kijken zonder iets te kopen. Muziekwinkels, souvenirwinkels, een pubshop waar allerlei Guinness-producten te koop zijn en tenslotte een winkel waar we wel iets kopen, een boekwinkel waar we ansichtkaarten kopen voor het thuisfront. Vanochtend heb ik al postzegels gekocht op het postkantoor van Kinsale. 82 ct per stuk.
Ik stel voor om nu toch maar die Murphy's te drinken die we gisteren niet kregen. We lopen café Speakeasy in. Een echt dorpscafé waar voornamelijk oudere mannen aan de bar zitten die aandachtig naar de paardenraces kijken die op televisie zijn. Als de race begint zet de barman onmiddellijk het geluid harder om dat weer te dempen als de strijd over is.
We komen om zeven uur binnen en in het uurtje dat we er zijn loopt de bar steeds voller met uiteenlopende types. Twee dames die makkelijk plaats kunnen nemen in de Engelse variant van Oh Oh Gerso!, een grote groep mannen die onmiddellijk begint te juichen bij een doelpunt in een rugbywedstrijd die ondertussen op een ander televisiescherm is begonnen, oudere dames in bloemetjesjurken en een man waarbij het lijkt alsof iemand een hap uit zijn gezicht heeft genomen. Een bont gezelschap.
Reacties