Karper
De karper leeft nog als ik hem koop. De man die er uitziet als een stoere zeebonk, tatoeage in de nek en gouden ring in zijn oor, durft hem niet dood te maken. Hij kijkt angstig als hij aan de vrouw naast hem vraagt of zij het beest voor hem wil doodmaken. Een stoere en stevige tante met een blauw schort voor. Die durfde de vis wel bij de staart op te pakken om hem te wegen. De vis weegt een kilo of drie en kost vijftien euro. 4,75 de kilo. Van tijd tot tijd wipt hij op in de bak. Hij leeft nog, dat is duidelijk. Schoonmaken?, heeft ze me gevraagd. Ja, en de kop er af, antwoord ik. Verser dan dit kan niet, zegt weer een andere vrouw tegen me. Een slanke blonde die bezig is met een andere klant. Uiteindelijk wordt een jongen gevonden die het beest te lijf durft te gaan. Uiterlijk van het type student van de Erasmus Universiteit. Donkerblauwe trui en donker krullend haar. Hij pakt het beest bij de staart, legt hem op de plank om hem schoon te maken. Dan geeft hij de vis enkele klappen op de kop met de botte kant van het mes. Vervolgens maakt hij de vis schoon, een bloederig karweitje. De bebloede plastic zak met de vis er in rolt hij in papier en dan doet hij er nog een extra plastic zak om heen. Ik leg de vis in mijn tas, koop op de hoek van de rij viskramen nog een bokking, en fiets er mee naar huis.
Thuis aangekomen besluit ik de vis in twee delen te snijden alvorens hem in te vriezen. Vandaag eten de meiden soep en mijn vrouw en ik niet in eigen huis. Ik haal de vis uit de verpakking en leg hem op het aanrecht. Ik zie dat de kop niet is verwijderd op de markt. Die zit er nog aan. Ik spoel het bloed weg in de gootsteen en pak dan een mes om het beest doormidden te delen. Dat gaat nog niet makkelijk. De middelste graat is behoorlijk dik en taai en stevig. Maar het lukt me. Als dat gebeurt is gebeurt er iets vreemds. De helft waar de kop nog aan zit maakt opnieuw een stuiptrekking alsof het beest nog steeds leeft. De afgehakte staart ligt er stilletjes bij. Ik schrik er ook even van. Dan hak ik tenslotte het beest zijn kop af. Dood.
Thuis aangekomen besluit ik de vis in twee delen te snijden alvorens hem in te vriezen. Vandaag eten de meiden soep en mijn vrouw en ik niet in eigen huis. Ik haal de vis uit de verpakking en leg hem op het aanrecht. Ik zie dat de kop niet is verwijderd op de markt. Die zit er nog aan. Ik spoel het bloed weg in de gootsteen en pak dan een mes om het beest doormidden te delen. Dat gaat nog niet makkelijk. De middelste graat is behoorlijk dik en taai en stevig. Maar het lukt me. Als dat gebeurt is gebeurt er iets vreemds. De helft waar de kop nog aan zit maakt opnieuw een stuiptrekking alsof het beest nog steeds leeft. De afgehakte staart ligt er stilletjes bij. Ik schrik er ook even van. Dan hak ik tenslotte het beest zijn kop af. Dood.
Reacties