Verandering
We zitten met zijn vijven rond de tafel. De hoogste baas, een vrouw met lang blond haar, schenkt thee en koffie en deelt chocola en koekjes uit. Ze zit links van mij. Rechts van mij zit, iets te laat binnegekomen, het hoofd van de afdeling waar ik nu nog werk. Met baard en paarse trui waarin in reliëf een afbeelding van een klein paardje is gedrukt. Tegenover mij zitten mijn beide chefs, de één, rechts, mijn huidige chef, blond, de ander, mijn toekomstige chef, is donker. Beide van het vrouwelijk geslacht. We praten over mijn nieuwe functie in de organisatie. Ik verhuis van het ene bureau naar het andere en blijf hetzelfde werk doen. Dat klinkt vreemd en is vreemd. Waarom hetzelfde werk doen op een andere plaats? Maar de hoogste baas legt uit en het klinkt plausibel. Bepaalde taken worden geclusterd bij ondersteunende bureau's zodat iedereen zich meer op zijn of haar eigen taken kan concentreren. Toch ruiken mijn chef en ik addertjes onder het gras. Is het allemaal zo vrolijk en positief als het wordt voorgesteld? Word ik geen knecht van twee meesters zoals in het commedia dell'arte-stuk van Goldoni. Maar vooralsnog is er nog weinig aan de hand. Ik blijf nog minstens een jaar zitten waar ik zit. Want er is geen plek voor mij, voor het bureau, voor de hele afdeling, voor het hele organisatieonderdeel.
Reacties