Charles Palliser: De Quincunx
Een moderne roman die zich voordoet als een negentiende eeuwse. Dat is De Quincunx van Charles Palliser. Leest als een trein, als een boek van Charles Dickens of Alexandre Dumas, vol spannende intriges, gevangennemingen en ontsnappingen. De ontsnapping in een doodskist bijvoorbeeld, deed me onmiddellijk denken aan de ontsnapping van de graaf van Monte Cristo. Gecompliceerd is het verhaal ook. Alles draait om het negentiende-eeuwse rechtssysteem van Billijkheid en Rechtvaardigheid.
Om de erfenis van zijn grootvader John Huffam te verkrijgen moeten Mary, de moeder van de jonge master John en haar zoon, allerlei verschrikkingen doorstaan. Halverwege het boek overlijdt de moeder en moet John op eigen kracht verder. In dat opzicht lijkt John op een karakter als Oliver Twist. Maar omdat dit boek geschreven is in de tachtiger jaren van de twintigste eeuw vraag je je soms af of wat de hoofdpersoon beschrijft echt gebeurd is, of dat hij het fantaseert. De slechterikken die bij Dickens altijd slecht zijn, kunnen net zo goed aan de goede kant staan. Lijdt de hoofdpersoon niet aan een vorm van paranoia?
Een boek met een titel die je in een woordenboek moet opzoeken is voor mij niet bepaald aantrekkelijk. Maar eenmaal begonnen wordt je in dit boek meegezogen in het web van intriges. Een quincunx zelf is een figuur zoals je op de speelkaart vijf of een dobbelsteen aantreft. Ook is de quincunx aanwezig op de wapenschilden van de vijf families waar het verhaal om draait. Vijf delen, ieder van vijf hoodstukken, verdeeld in opnieuw vijf genummerde delen. Tezamen vijf keer vijf keer vijf is honderdvijfentwintig hoofdstukken.
Een briefschrijver schreef aan Charles Palliser dat-ie na het lezen van de laatste regel onmiddellijk opnieuw wilde beginnen met lezen. Die neiging kon ik onderdrukken maar het is waar dat je aan het einde toch stukken gaat herlezen om te weten hoe het zit. Maar modern is in ieder geval dat niet alle lijnen worden afgemaakt en niet alle vragen netjes worden opgelost. In het nawoord legt de schrijver uit waarin zijn roman verschilt van zijn negentiende-eeuwse voorbeelden. Zijn uitleg zal ik natuurlijk niet verklappen. Maar tijdens het lezen voel je dat het verhaal ergens wringt, dat er iets niet klopt. Dat is mooi.
Om de erfenis van zijn grootvader John Huffam te verkrijgen moeten Mary, de moeder van de jonge master John en haar zoon, allerlei verschrikkingen doorstaan. Halverwege het boek overlijdt de moeder en moet John op eigen kracht verder. In dat opzicht lijkt John op een karakter als Oliver Twist. Maar omdat dit boek geschreven is in de tachtiger jaren van de twintigste eeuw vraag je je soms af of wat de hoofdpersoon beschrijft echt gebeurd is, of dat hij het fantaseert. De slechterikken die bij Dickens altijd slecht zijn, kunnen net zo goed aan de goede kant staan. Lijdt de hoofdpersoon niet aan een vorm van paranoia?
Een boek met een titel die je in een woordenboek moet opzoeken is voor mij niet bepaald aantrekkelijk. Maar eenmaal begonnen wordt je in dit boek meegezogen in het web van intriges. Een quincunx zelf is een figuur zoals je op de speelkaart vijf of een dobbelsteen aantreft. Ook is de quincunx aanwezig op de wapenschilden van de vijf families waar het verhaal om draait. Vijf delen, ieder van vijf hoodstukken, verdeeld in opnieuw vijf genummerde delen. Tezamen vijf keer vijf keer vijf is honderdvijfentwintig hoofdstukken.
Een briefschrijver schreef aan Charles Palliser dat-ie na het lezen van de laatste regel onmiddellijk opnieuw wilde beginnen met lezen. Die neiging kon ik onderdrukken maar het is waar dat je aan het einde toch stukken gaat herlezen om te weten hoe het zit. Maar modern is in ieder geval dat niet alle lijnen worden afgemaakt en niet alle vragen netjes worden opgelost. In het nawoord legt de schrijver uit waarin zijn roman verschilt van zijn negentiende-eeuwse voorbeelden. Zijn uitleg zal ik natuurlijk niet verklappen. Maar tijdens het lezen voel je dat het verhaal ergens wringt, dat er iets niet klopt. Dat is mooi.
Reacties