Motel Mozaïque 2012: Vrijdag
Tijd voor de jaarlijkse evaluatie van het festival Motel Mozaïque. Vorig jaar gemist wegens andere verplichtingen maar dit jaar weer volop genoten. Op vrijdag als bezoeker, op zaterdag als vrijwilliger. Met tussendoor ook nog een stukje ZigZagCity, onderdeel van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam.
Dan Mangan
De eerste die ik zie in de Gouvernestraat is Dan Mangan, iemand waar ik, zoals bij veel meer artiesten op het festival, nog nooit eerder van had gehoord. Het blijkt een band van vier mannen met baarden. De opening is indrukwekkend. Minutenlang redelijk ongestructureerd lawaai op gitaren, bas en drums. Eén van de gitaren wordt behandeld met een strijkstok in de goede oude Jimmy Page-traditie door een stoer rond dravende man. Maar na een tijdje boeit het me niet echt, deze kruising van folk met emo-rock. Ik ga terug naar de foyer waar een man met een nog langere baard ronddwaalt. Dit is niet Sinterklaas in gewone kleding maar schijnt Ben Caplan te zijn die later nog moet optreden.
Cecilia Moisio: Hi, my name is...
Daarna is het tijd voor theater. Dans. Een dansvoorstelling over liegen. Een choreografie gebaseerd op de gebaren die worden geassocieerd met liegen. Hand voor de mond, krabben achter het oor en in de nek,wrijven in het oog, spelen met kleding, wegkijken. Het blijkt een fantastische voorstelling, met veel energie en spannende muziek van twee danseressen en drie muzikanten. Er wordt gerapt in een onverstaanbare taal (Fins?). Dit is voor mij één van de absolute hoogtepunten van het festival.
120 Days
Ik wandel een klein stukje naar Rotown in de hoop dat daar geen grote rij staat voor deze Noorse band die wordt aangekondigd als een moderne Kraftwerk met techno-invloeden. Dat blijkt niet het geval, Rotown is lang niet vol. De muziek is snoeihard, de zanger lijkt aardig ver weg, als hij de zaal inkijkt lijkt het of-ie dwars door je heen kijkt. Drie mannen met toetsenborden, aangevuld met een bassist, spelen dansmuziek. De bar trilt onder mijn elleboog, de bardame stopt haar vingers in de oren. Ik ben onder de indruk.
Jamie N Commons
Terug naar de Gouvernestraat voor een portie blues. Niet origineel, ik denk aan Arno, aan The Band, aan Tom Waits, aan Nick Cave, aan The Rolling Stones, maar de stem van Jamie doet me nog het meeste denken aan de oude Cuby and the Blizzards uit de tijd van Desolation Blues. Ook zij hebben een indrukwekkend begin, a capella zingen ze over een man die over het water loopt en ook de toegift is opnieuw a capella. De band is niet overal even strak, maar bestaat dan ook uit hele jonge gasten die volgens mij nog niet erg veel ervaring hebben. Ouderwets genieten is het wel.
Nik van den Berg
Ik eindig de avond met My momma loves my guitar sound van performer Nik van den Berg. Een niet zo'n geslaagd einde van de avond. Het heeft het net niet, deze pastiche op een beroemde en verlopen rocker. De bedoeling is goed, maar het geheel komt niet helemaal uit de verf. Veel van de tekst is herhaling en ondanks dat dat goed kan werken is het hier toch op den duur te saai. Uit beleefdheid blijf ik tot het einde.
(Wordt vervolgd)
Reacties