Onafhankelijk Toneel: Drenkeldode
Met een groot aantal spelers van De Mooie Onbekende ga ik Drenkeldode zien van het Onafhankelijk Toneel. In Drenkeldode worden scènes uit Kleine Eyolf van Ibsen doorsneden met videofragmenten waarin de personages in een hedendaagse setting een ontmoeting hebben met verschillende gedaanten van de Rattenvrouw (Beppie Melissen). Zij confronteert hen met verborgen angsten, lusten en dromen. De tekst en vorm van deze videoscènes zijn tijdens het repetitieproces ontwikkeld en voegen een extra dimensie toe aan de personages en thema’s van Kleine Eyolf.
Het is opnieuw een geweldig mooie (bewerking van) Ibsen van Mirjam Koen. De hoeveelste al wel niet in een lange reeks. Een voorstelling met grote rust en een diepe dramatiek. Alfred en Rita hebben een gehandicapt kind, Eyolf, dat met een kruk loopt. Het kind is gehandicapt geraakt op een moment dat zijn ouders met elkaar aan het vrijen waren, omdat het toen van een tafel is gevallen. Over deze gebeurtenis voelen de ouders zich nog steeds schuldig. Als Rita in een onbewaakt moment het kind doodwenst valt Kleine Eyolf van een steiger en sterft, waarna de verhouding tussen het echtpaar helemaal van de rails loopt.
Het belangrijkste decorstuk is een grote zwarte steiger. Verder zijn er twee kleine statafels waar de spelers achter gaan staan om hun problemen te bespreken met de Rattenvrouw. Hun gezichten worden dan geprojecteerd op twee schermen achter op het toneel. Vooraan staat een groepje kindermeubels, symbool voor de verlaten kinderkamer. De spelers dragen witte katoenen gewaden van dezelfde witte stof behalve als ze, bij wijze van spreken, in therapie gaan bij het Rattenvrouwtje. Deze scènes zijn in contrast met de teksten van Ibsen, hedendaags.
Wonderlijk hoe de stukken van Ibsen altijd actueel blijven. Ik kreeg weer zin om opnieuw een Ibsen te gaan doen. Maar zo goed als Mirjam Koen kan ik dat nog lang niet. Een goede reden om het toch weer eens te proberen. Oefening baart kunst.
Het is opnieuw een geweldig mooie (bewerking van) Ibsen van Mirjam Koen. De hoeveelste al wel niet in een lange reeks. Een voorstelling met grote rust en een diepe dramatiek. Alfred en Rita hebben een gehandicapt kind, Eyolf, dat met een kruk loopt. Het kind is gehandicapt geraakt op een moment dat zijn ouders met elkaar aan het vrijen waren, omdat het toen van een tafel is gevallen. Over deze gebeurtenis voelen de ouders zich nog steeds schuldig. Als Rita in een onbewaakt moment het kind doodwenst valt Kleine Eyolf van een steiger en sterft, waarna de verhouding tussen het echtpaar helemaal van de rails loopt.
Het belangrijkste decorstuk is een grote zwarte steiger. Verder zijn er twee kleine statafels waar de spelers achter gaan staan om hun problemen te bespreken met de Rattenvrouw. Hun gezichten worden dan geprojecteerd op twee schermen achter op het toneel. Vooraan staat een groepje kindermeubels, symbool voor de verlaten kinderkamer. De spelers dragen witte katoenen gewaden van dezelfde witte stof behalve als ze, bij wijze van spreken, in therapie gaan bij het Rattenvrouwtje. Deze scènes zijn in contrast met de teksten van Ibsen, hedendaags.
Wonderlijk hoe de stukken van Ibsen altijd actueel blijven. Ik kreeg weer zin om opnieuw een Ibsen te gaan doen. Maar zo goed als Mirjam Koen kan ik dat nog lang niet. Een goede reden om het toch weer eens te proberen. Oefening baart kunst.
Reacties