Boos

De Trompettist wil de Drummer op zijn bek slaan en vertelt me een verhaal over een band die niet kwam opdagen toen hij nog studeerde. Ten eerste was de band te laat. Ze speelden een set van een half uur en verdwenen naar de stad om coke te halen. Om twaalf uur 's nachts keerden ze terug. Terwijl het feest om negen uur begon. Toen heeft de Trompettist de zanger op zijn bek geslagen. Waarna alsnog gespeeld werd, maar de lol was er af.
Met de Trompettist loop ik naar de repetitieruimte. Daar kijkt hij in zijn trompetkoffer. Zijn muziek zit er niet in. Hij wilde die van de week bijwerken, heeft de muziek er uit gehaald en niet teruggestopt. Nu heeft hij er helemaal genoeg van. Ik drink mijn koffie op en ga, dreigt hij. Hij voert zijn dreigement uit. Voordat de Toetsenman binnenkomt is hij verdwenen. Vlak daarna arriveert eindelijk de Drummer. Nu is de vraag of we nog moeten opnemen of niet. Ik vind van wel, de Toetsenman vindt van niet. De zoon had een probleem met de driver van de computer. Daarom moest een nieuwe gezocht worden en zijn ze veel te laat. Een telefoontje was op zijn plaats geweest.
Dan arriveert als één na laatste de Gitarist. Net als de Toetsenman was hij in een file terechtgekomen ten gevolge van een ongeluk met een vrachtauto. Als laatste komt op zijn normale tijd om vijf voor negen de Bassist binnen. Hij had de email pas na de avondmaaltijd gelezen toen het te laat was om nog actie te ondernemen. Les: nooit op dezelfde dag een mail sturen en verwachten dat iedereen die leest. Vooropgesteld dat de mail überhaupt aankomt. Nadat iedereen weet wat er gebeurd is en waarom de Trompettist er niet (meer) is, nemen we drie nummers op: Georgia, Manhattan en Verboden Liefde.
Reacties