Dansateliers: Ongepolijst
Ongepolijst heet het festival van Dansateliers in Lantaren/Venster en dat is het ook. De voorstellingen zijn ruw en onaf maar interessante studies voor voorstellingen of uitgewerkte probeersels. Op de vrijdagavond zie ik drie korte voorstellingen: Rage, Tag en Opslag.
De eerste klap is een daalder waard, luidt het spreekwoord en dat is van toepassing op mijn avond en op de eerste voorstelling, Rage van Tabea Martin uit Zwitserland. Twee dansers, een man en een vrouw, spelen een gewelddadig spel van herhaling en omkering. Twee keer maakt de voorstelling een valse start, omdat er, terwijl de spelers net begonnen zijn zich voor te stellen, nieuw publiek de zaal binnen komt. Dit heeft direct al een hilarisch effect, maar tijdens de voorstelling vergaat ons het lachen als het gestileerde geweld van het begin in de zich herhalende scènes steeds realistischer en steeds grimmiger wordt. Het gevecht aan het einde duurt mij iets te lang maar deze voorstudie maakt mij in ieder geval erg benieuwd naar de voltooide voorstelling.
Was de eerste voorstelling te zien in de kleine zaal Lantaren 2, de tweede voorstelling zie ik in de grote lege ruimte van Lantaren 1. Tag is een breakdancevoorstelling van Lloyd Marengo, een Rotterdammer, gedanst door twee gespierde jongemannen. Het decor zijn twee grijze ruw geverfde schotten, verder is de ruimte leeg. De ene danser staat in het licht voor één van de twee schotten, belicht alsof hij onder een lantaarnpaal staat, de tweede schuift op zijn rug langzaam de vloer op. Er volgt een demonstratie van allerlei breaks and moves. Een echt verhaal is er niet en ook ontstaat er geen echt contact tussen de dansers. Sommige bewegingen worden samen gemaakt en de spelers raken elkaar wel aan maar van echte communicatie is geen sprake. Daardoor raakt de voorstelling me niet. Het blijft te afstandelijk en teveel een vertoon van kunstjes.
Tenslotte zie ik in de opslagruimte een voorstelling die Opslag heet (Erik Kaiel, Libanon). Hier dansen de vier dansers, één man en drie vrouwen, tussen het publiek, dagen het publiek uit met hun mee te gaan in hun dans. De helft van het kwartet begint in de witte wandkast die uit grote open vakken bestaat. Een spannende start. Uiteindelijk lukt het hun niet om de menigte aan het dansen te krijgen. Een raadsel blijft of dat de bedoeling was. Dan trekken ze zich terug achter een glazen wand. Achter hen is een grote rolluikdeur die na enige tijd opengaat. De dansers draaien zich als één man om en rennen weg, het publiek verwonderd achterlatend. Een mysterieus einde.
Ik heb de kans om nog een voorstelling te zien maar ik vind het welletjes en fiets naar huis. In ieder geval een festival om in de gaten te houden.
De eerste klap is een daalder waard, luidt het spreekwoord en dat is van toepassing op mijn avond en op de eerste voorstelling, Rage van Tabea Martin uit Zwitserland. Twee dansers, een man en een vrouw, spelen een gewelddadig spel van herhaling en omkering. Twee keer maakt de voorstelling een valse start, omdat er, terwijl de spelers net begonnen zijn zich voor te stellen, nieuw publiek de zaal binnen komt. Dit heeft direct al een hilarisch effect, maar tijdens de voorstelling vergaat ons het lachen als het gestileerde geweld van het begin in de zich herhalende scènes steeds realistischer en steeds grimmiger wordt. Het gevecht aan het einde duurt mij iets te lang maar deze voorstudie maakt mij in ieder geval erg benieuwd naar de voltooide voorstelling.
Was de eerste voorstelling te zien in de kleine zaal Lantaren 2, de tweede voorstelling zie ik in de grote lege ruimte van Lantaren 1. Tag is een breakdancevoorstelling van Lloyd Marengo, een Rotterdammer, gedanst door twee gespierde jongemannen. Het decor zijn twee grijze ruw geverfde schotten, verder is de ruimte leeg. De ene danser staat in het licht voor één van de twee schotten, belicht alsof hij onder een lantaarnpaal staat, de tweede schuift op zijn rug langzaam de vloer op. Er volgt een demonstratie van allerlei breaks and moves. Een echt verhaal is er niet en ook ontstaat er geen echt contact tussen de dansers. Sommige bewegingen worden samen gemaakt en de spelers raken elkaar wel aan maar van echte communicatie is geen sprake. Daardoor raakt de voorstelling me niet. Het blijft te afstandelijk en teveel een vertoon van kunstjes.
Tenslotte zie ik in de opslagruimte een voorstelling die Opslag heet (Erik Kaiel, Libanon). Hier dansen de vier dansers, één man en drie vrouwen, tussen het publiek, dagen het publiek uit met hun mee te gaan in hun dans. De helft van het kwartet begint in de witte wandkast die uit grote open vakken bestaat. Een spannende start. Uiteindelijk lukt het hun niet om de menigte aan het dansen te krijgen. Een raadsel blijft of dat de bedoeling was. Dan trekken ze zich terug achter een glazen wand. Achter hen is een grote rolluikdeur die na enige tijd opengaat. De dansers draaien zich als één man om en rennen weg, het publiek verwonderd achterlatend. Een mysterieus einde.
Ik heb de kans om nog een voorstelling te zien maar ik vind het welletjes en fiets naar huis. In ieder geval een festival om in de gaten te houden.
Reacties