Bloet/Comp Marius/Kaaitheater: Ne swarte
Ne swarte is Jan Decortes versie van Othello van Shakespeare. Als altijd eigenzinnig en vrij. Ditmaal leest Jan Decorte geen teksten voor van papier maar vertelt hij tijdens het stuk drie persoonlijke verhalen en dat doet hij zittend op een cajon (een Spaanse houten kist om op te trommelen).
Als Decorte opkomt met twee krukken wordt hij geholpen en ondersteund door twee medespelers. Zijn linkerbeen zit in een brace. Dit heeft niets met het stuk of dramaturgie te maken vertelt hij ons. Er hoeft niets achter gezocht te worden. Hij heeft enkel last van zijn knie. Hij neemt plaats op de cajon en hij begint te vertellen over de jongen met de blauwe arm.
Een ontroerende jeugdherinnering over hoe hij in een klas kostschooljongens wordt uitverkoren om te trommelen bij een Afrikaans lied omdat hij de enige is die dat kan. Terwijl de andere jongens oefenen met de leraar mag hij in zijn eentje oefenen in een leeg lokaal. Onhandige puber als hij is weet hij al zwaaiend zijn trommelstokje vast te haken in een inktpot in één van de banken, dat omhoog te trekken en omgekeerd te laten leeglopen over één van de armen van zijn schooluniformjasje. Waardoor hij de trommelaar met de blauwe arm wordt. Tot verbazing van de toeschouwers, ouders en medeleerlingen.
Dit en de andere verhalen staan tegenover het verhaal van Othello dat door de acteurs wordt gespeeld en gedanst. Met name Herwig Ilegems is indrukwekkend. Het hele stuk zegt hij geen woord. Maar hij schreeuwt, blaft en beweegt als een vogel, als een hond. Hij steelt de show met zijn op het eerste gezicht onbegrijpelijke handelingen. Dat begint wanneer hij als start van het stuk met tape langzaam een hakenkruis op zijn witte hemd tapet. Daarmee verwijst hij naar het racisme waar Othello het slachtoffer van is en naar het persoonlijke drama van Jan Decorte, kind van foute ouders.
Als altijd is de vrouw van Jan Decorte van de partij, Sigrid Vinks, die ditmaal een ondeugende Jago speelt, de intrigant, de haatdragende adjudant van Othello die nadat hij niet de positie kreeg die hij had verwacht Othello ten gronde richt. Kris van Trier en Waas Gramser, de oprichters van Comp. Marius nemen de andere rollen voor hun rekening. Behalve die van Othello, die blijft in het stuk abstract aanwezig in de rol van Ilegems.
Het valt me op dat bij zowel de voorstellingen van Discordia als die van Jan Decorte het publiek voornamelijk bestaat uit oude grijze hoofden als ik, en middelbare scholieren onder begeleiding van een leraar. Het lijkt er op dat het vaste publiek is meegegroeid. Als dat straks te oud wordt om de tocht naar het theater nog te aanvaarden zal het waarschijnlijk snel afgelopen zijn met deze twee groepen die zich in de ogen van het grote publiek blijkbaar hebben overleefd (en wat betreft Discordia ook in de ogen van de subsidiegevers).
Toch zijn er in Vlaanderen nog fans over want gisteren stond een paginagroot artikel in NRC Handelsblad over Discordia naar aanleiding van de benefietvoorstellingen in de Monty in Antwerpen, georganiseerd om Discordia te redden. Vlaamse groepen als Tg Stan, Cie de Koe, Comp Marius en De Roovers, en het Nederlandse 't Barre Land zijn alle schatplichtig aan Discordia. Maar ook aan Jan Decorte.
Gelukkig zijn ze er allebei nog en zo lang ze nog naar Rotterdam komen blijf ik gaan, samen met de andere fans, en blijf ik me verbazen over hun prachtige vondsten, hun tekstbehandeling, hun nonchalance, hun uniciteit.
Als Decorte opkomt met twee krukken wordt hij geholpen en ondersteund door twee medespelers. Zijn linkerbeen zit in een brace. Dit heeft niets met het stuk of dramaturgie te maken vertelt hij ons. Er hoeft niets achter gezocht te worden. Hij heeft enkel last van zijn knie. Hij neemt plaats op de cajon en hij begint te vertellen over de jongen met de blauwe arm.
Een ontroerende jeugdherinnering over hoe hij in een klas kostschooljongens wordt uitverkoren om te trommelen bij een Afrikaans lied omdat hij de enige is die dat kan. Terwijl de andere jongens oefenen met de leraar mag hij in zijn eentje oefenen in een leeg lokaal. Onhandige puber als hij is weet hij al zwaaiend zijn trommelstokje vast te haken in een inktpot in één van de banken, dat omhoog te trekken en omgekeerd te laten leeglopen over één van de armen van zijn schooluniformjasje. Waardoor hij de trommelaar met de blauwe arm wordt. Tot verbazing van de toeschouwers, ouders en medeleerlingen.
Dit en de andere verhalen staan tegenover het verhaal van Othello dat door de acteurs wordt gespeeld en gedanst. Met name Herwig Ilegems is indrukwekkend. Het hele stuk zegt hij geen woord. Maar hij schreeuwt, blaft en beweegt als een vogel, als een hond. Hij steelt de show met zijn op het eerste gezicht onbegrijpelijke handelingen. Dat begint wanneer hij als start van het stuk met tape langzaam een hakenkruis op zijn witte hemd tapet. Daarmee verwijst hij naar het racisme waar Othello het slachtoffer van is en naar het persoonlijke drama van Jan Decorte, kind van foute ouders.
Als altijd is de vrouw van Jan Decorte van de partij, Sigrid Vinks, die ditmaal een ondeugende Jago speelt, de intrigant, de haatdragende adjudant van Othello die nadat hij niet de positie kreeg die hij had verwacht Othello ten gronde richt. Kris van Trier en Waas Gramser, de oprichters van Comp. Marius nemen de andere rollen voor hun rekening. Behalve die van Othello, die blijft in het stuk abstract aanwezig in de rol van Ilegems.
Het valt me op dat bij zowel de voorstellingen van Discordia als die van Jan Decorte het publiek voornamelijk bestaat uit oude grijze hoofden als ik, en middelbare scholieren onder begeleiding van een leraar. Het lijkt er op dat het vaste publiek is meegegroeid. Als dat straks te oud wordt om de tocht naar het theater nog te aanvaarden zal het waarschijnlijk snel afgelopen zijn met deze twee groepen die zich in de ogen van het grote publiek blijkbaar hebben overleefd (en wat betreft Discordia ook in de ogen van de subsidiegevers).
Toch zijn er in Vlaanderen nog fans over want gisteren stond een paginagroot artikel in NRC Handelsblad over Discordia naar aanleiding van de benefietvoorstellingen in de Monty in Antwerpen, georganiseerd om Discordia te redden. Vlaamse groepen als Tg Stan, Cie de Koe, Comp Marius en De Roovers, en het Nederlandse 't Barre Land zijn alle schatplichtig aan Discordia. Maar ook aan Jan Decorte.
Gelukkig zijn ze er allebei nog en zo lang ze nog naar Rotterdam komen blijf ik gaan, samen met de andere fans, en blijf ik me verbazen over hun prachtige vondsten, hun tekstbehandeling, hun nonchalance, hun uniciteit.
Reacties