Wonderland Theater: De één zijn dood is de ander zijn koekje
Het nadeel van op een festival spelen, zoals op Delft Fringe, is dat je omdat je zoveel bezig bent met je eigen stuk, je bijna niet de kans krijgt om andere voorstellingen te zien. Pas nadat je eigen stuk gespeeld is kan dat. Gelukkig heb ik nog gekozen om het Wonderland Theater te gaan zien met de voorstelling De één zijn dood is de ander zijn koekje.
Wonderland Theater lijkt goed gekozen want het is een wonderlijk stuk dat ze presenteren. De titel doet een komedie vermoeden en dat is het ook, soms, maar wel een heel zwarte komedie. De twee hoofdpersonen, Erik H. (Dean Bowen) en Ingrid (Pauline ten Böhmen) spelen de voorstelling in een echte keuken aan de Spoorsingel. De relatie tussen de twee is me in eerste instantie niet duidelijk. Is het een stelletje? Maar gaandeweg gaan de twee een harde strijd aan met elkaar en nemen het publiek daarin mee. Want dit is interactief theater. Het publiek wordt gevraagd partij te kiezen. In eerste instantie worden we ingedeeld, maar tijdens de voorstelling loopt één van mannen van de kant van Erik over naar de kant van Ingrid. Dat alles kan gebeuren. Als een gedeelte van het publiek onder leiding van Erik gezamenlijk naar het toilet gaat, sta ik ineens de koelkast te verdedigen. De ene helft roept om bier, borrel en brood, de andere helft om rust en reinheid. Van die rust en reinheid komt niet veel terecht, uiteindelijk is de keuken door de twee acteurs tot een grote puinhoop herschapen.
De strijd gaat er in eerste instantie over wie het laatste koekje mag opeten maar al spoedig ontaardt het gevecht. Er wordt met krijt een grens getrokken over de keukenvloer en Ingrid heeft nu een paspoort nodig om op de helft van Erik te mogen komen. Met de aanwezige meubels wordt een muur gebouwd. De ene helft, die van Ingrid, heeft geen brood, de andere helft, die van Erik, heeft geen sanitaire voorzieningen. Absurd, maar omdat er met volle overtuiging wordt gestreden voor het eigen gelijk, is het overtuigend en wordt de strijd gevoerd totdat uiteindelijk de dood er op volgt voor één van de twee partijen.
Door de titel op het verkeerde been gezet en na aanvankelijke scepsis aan het begin doordat het me onduidelijk was wie wat voor rol speelt, ben ik aan het einde onder de indruk van deze voorstelling die onderdeel is van 75 jaar oorlog in de stad van het Rotterdams Centrum voor Theater. Nog zo'n festival waarbij het lastig is om bij je collega's te gaan kijken, naar wat zij hebben gemaakt. Deze heb ik in ieder geval meegenomen en ik ben blij toe.
Wonderland Theater lijkt goed gekozen want het is een wonderlijk stuk dat ze presenteren. De titel doet een komedie vermoeden en dat is het ook, soms, maar wel een heel zwarte komedie. De twee hoofdpersonen, Erik H. (Dean Bowen) en Ingrid (Pauline ten Böhmen) spelen de voorstelling in een echte keuken aan de Spoorsingel. De relatie tussen de twee is me in eerste instantie niet duidelijk. Is het een stelletje? Maar gaandeweg gaan de twee een harde strijd aan met elkaar en nemen het publiek daarin mee. Want dit is interactief theater. Het publiek wordt gevraagd partij te kiezen. In eerste instantie worden we ingedeeld, maar tijdens de voorstelling loopt één van mannen van de kant van Erik over naar de kant van Ingrid. Dat alles kan gebeuren. Als een gedeelte van het publiek onder leiding van Erik gezamenlijk naar het toilet gaat, sta ik ineens de koelkast te verdedigen. De ene helft roept om bier, borrel en brood, de andere helft om rust en reinheid. Van die rust en reinheid komt niet veel terecht, uiteindelijk is de keuken door de twee acteurs tot een grote puinhoop herschapen.
De strijd gaat er in eerste instantie over wie het laatste koekje mag opeten maar al spoedig ontaardt het gevecht. Er wordt met krijt een grens getrokken over de keukenvloer en Ingrid heeft nu een paspoort nodig om op de helft van Erik te mogen komen. Met de aanwezige meubels wordt een muur gebouwd. De ene helft, die van Ingrid, heeft geen brood, de andere helft, die van Erik, heeft geen sanitaire voorzieningen. Absurd, maar omdat er met volle overtuiging wordt gestreden voor het eigen gelijk, is het overtuigend en wordt de strijd gevoerd totdat uiteindelijk de dood er op volgt voor één van de twee partijen.
Door de titel op het verkeerde been gezet en na aanvankelijke scepsis aan het begin doordat het me onduidelijk was wie wat voor rol speelt, ben ik aan het einde onder de indruk van deze voorstelling die onderdeel is van 75 jaar oorlog in de stad van het Rotterdams Centrum voor Theater. Nog zo'n festival waarbij het lastig is om bij je collega's te gaan kijken, naar wat zij hebben gemaakt. Deze heb ik in ieder geval meegenomen en ik ben blij toe.
Reacties