Arie

De controleurs bij de ingang keken niet vreemd op toen hij zijn toegangskaart liet zien. De mensen om hem heen waren dan ook niet anders gekleed dan hij. Niemand, een enkeling uitgezonderd, had zich vandaag in een pak gehesen of anderszins extra aandacht besteed aan de kleding. Daar was het de dag niet naar. Veel te heet. Arie spoedde zich naar de bar of in ieder geval naar de plek waar hij de bar vermoedde. Hij had daar een neus voor. Helaas, hij was nog te vroeg. Eerst moest een aantal toespraken aangehoord worden waar Arie de ballen van begreep. Hij was totaal niet op de hoogte waar de tentoonstelling over ging of wat er tentoongesteld werd. Iets met foto's. Arie zat in een stoeltje en dutte een beetje in. Als hij opkijkt ziet hij haar.

Arie zweet en dorst heeft hij ook. Een biertje zou hij wel lusten. Het is de 23e augustus van het jaar onzes heren 2008. De toegangskaart heeft hij van zijn neef. Die doet iets met kunst of zit in de kunsthandel. Het is Arie om het even. Hij heeft niets met kunst. De mooiste kunst is de kunst om aan gratis drank te komen. Volgens Arie. Of de kunst om een lekker wijf te versieren. In de eerste kunst is hij bedrevener dan in de tweede. Sinds Joke twee jaar geleden bij hem was weggegaan leeft hij alleen. In een flat aan het Slinge. Dicht bij het metrostation. Dat is makkelijk. Kan hij zonder veel moeite en zonder veel lopen zijn boodschappen doen op het Zuidplein. Maar vandaag, op de 23e augustus, is hij uitgestapt bij de GGD aan de Leuvehaven. Langs de Grieks orhodoxe kerk en de Russisch orthodoxe kerk is hij komen lopen terwijl de zon de temperatuur in zijn corpulente lichaam deed oplopen. Bier. Hij heeft bier nodig en dat is er. Heeft zijn neef gezegd. In de Kunsthal stroomt het bier volop. Iedereen die van kunst houdt, houdt van drank. Niet per se van bier, er waren schilders die zich lieten vollopen met wijn of genever, maar bier zou er zijn. Dat heeft zijn neef hem verzekerd.

Ze zit een eindje van hem vandaan aandachtig naar de spreker te luisteren. Die spreker is één van de weinigen die wel een pak heeft aangetrokken. Hij draagt een zware bril met donker montuur en zijn haar glimt van het vet of van het zweet. Tijdens het spreken beweegt zijn hoofd als een metronoom, heen en weer, van links naar rechts, alsof het enigszins losjes aan zijn lichaam is vastgemaakt en er ieder moment af kan vallen. Hij slist. Zij luistert en neemt zijn woorden zachtjes knikkend in haar op. Ze heeft donker haar en draagt een mantelpak. Nadat Joke bij hem is weggelopen zonder ooit nog van zich te laten horen, heeft Arie niet meer gevoeld wat er nu als een stroom hete lava door hem heen kolkt. Een mengeling van opwinding, verhitting, spiritualiteit en lust. Alsof hij het licht ziet en nu verlost zal worden. O Here verlos mij van den boze en leidt mij niet in verzoeking, denkt Arie. Hij moet deze vrouw bezitten. Hoe en wat dat bezitten precies inhoudt weet hij niet goed.

Applaus klonk, de spreker maakte een korte buiging en iedereen stond op en repte zich naar de drank. Dat had zijn neef goed voorspeld. De vrouw in mantelpak stond bedachtzaam op alsof ze de woorden van de spreker nog aan het overdenken was. Arie volgde de stroom op weg naar de bar daarbij de donkerharige vrouw goed in de gaten houdend. Hij mocht haar niet uit het oog verliezen anders was hij reddeloos verloren, dat wist hij. Hoe hij dat wist en wat er dan met hem zou gebeuren, daarvan had hij dan weer geen enkel idee. Nu stond ze alleen. Op een rooster waaronder in de diepte beneden de bezoekers van een lager gelegen deel van de tentoonstelling te zien waren. Daar beneden was de hel, dacht Arie, hij bevond zich met zijn engel in de hemel. Arie trok zijn stoute schoenen aan en besloot haar aan te spreken. Twee biertjes hadden zijn schroom doen wegvallen en zijn durf aangewakkerd. Nu niet stamelen of stotteren, dacht hij.

"Wil je wat drinken?" is zijn nogal afgezaagde vraag, maar hij kan zo snel niets beters verzinnen. Ze kijkt hem ongeïnteresseerd aan en zwijgt. Een dodelijk zwijgen. Hij laat zijn lichaam iets meer naar voren hangen. Zijn gezicht nadert het hare. Ze zwijgt nog steeds. Maakt ook geen afwerend gebaar of aanstalten zich van hem te verwijderen. Alsof Arie er niet is. De stilte lijkt minuten te duren. Het langdurige zwijgen van God, denkt Arie. Arie voelt ineens de leegte in zijn ziel toenemen. De omgekeerde Big Bang lijkt plaats te hebben in zijn ziel. Een geweldige implosie die zijn hart samen doet krimpen.

De vrouw gilt als Arie vlak voor haar ineen zakt. Een acute hartstilstand concludeert de dokter die redelijk snel ter plaatse is. Zo'n drie kwartier later. Hij noteert het vermoedelijke tijdstip van overlijden in een opschrijfboekje met zwartlederen omslag. Het is zaterdag 23 augustus, even over zessen.

Verhaal bij de bijgaande foto van Otto Snoek

Reacties

Populaire posts