Simenon: De Rode Ezel

De Rode Ezel
De Rode Ezel is de naam van het louche café waar Jean Cholet door de mysterieuze Speelman, een impresario, heen wordt gevoerd en dat hij vanaf dat moment iedere avond bezoekt. Speelman is dan al met de noorderzon vertrokken. Maar hij ontmoet er het zangeresje Lulu, de zanger met de grafstem Doyen, de kroegbaas Layard en zijn vrouw, en de pianist. Langzaam lijkt hij zijn ondergang tegemoet te gaan. Hij liegt, leent overal geld en pleegt in opdracht van een handlanger van Speelman zelfs een diefstal.

De enige die nog vertrouwen in de negentienjarige journalist van de Gazet de Nantes heeft is zijn vader, de oude Cholet. Hij is de enige die hem nog steunt maar is zwak en kan ieder moment sterven.

De losse einden in dit boek van Simenon maken De Rode Ezel zo aantrekkelijk. Speelman is een belangrijk figuur maar verschijnt uiteindelijk nooit echt ten tonele. Hij leeft slechts in de herinnering van de hoofdpersoon en is bijna een sprookjesfiguur of een geest. Ook wordt niet precies duidelijk wat Jean in Lulu ziet met wie hij een verhouding begint en op wie hij verliefd lijkt of denkt te zijn. De hoofdpersoon Jean Cholet is daarentegen het tegendeel van aantrekkelijk. Hij is behoorlijk onsympathiek en toch ga je met hem mee, voel je met hem mee en lijd je aan het einde van het boek met hem mee als zijn vader sterft en niet de persoon blijkt die hij leek te zijn. Ook eindigt het niet met de zelfmoord van Jean, iets waar het verhaal op af lijkt te stevenen, maar laat Simenon het einde open.

Van alle Simenons die ik tot nu toe heb gelezen vind ik dit wel één van de indrukwekkendste. Geschreven in 1932, als Zwart Beertje meer dan dertig jaar later uitgegeven in Nederland, maar nog zo fris alsof het pas van de pers was gekomen.

Niet actueel is de scène in de groentewinkel waar Lulu gekookte groente koopt voor de tante bij wie ze inwoont. Twee gekookte artisjokken koopt ze. Zou ze die dan thuisgekomen gewoon weer opwarmen?

Reacties

Populaire posts