Jakop Ahlbom: BUG

Een vrouw, Agnes (Tamar van den Dop), houdt zich schuil in een motel voor haar ex-man die zojuist is ontslagen uit de gevangenis. Ze ontvangt voortdurend telefoontjes van iemand die niets zegt en ze vermoedt dat het haar ex Jerry is. De sfeer is onmiddellijk die van een film noir, van een film van David Lynch, van Cape Fear. Opgesloten in haar motelkamer verdooft de vrouw zichzelf met wodka en coke. Via een lesbische vriendin ontmoet ze Peter (Bram Coopmans). Zijn eerste timide uitgesproken zin is "Ik ben geen seriemoordenaar". Maar wat is Pete dan wel? Hij trekt bij haar in en langzamerhand ontwikkelt zich de waanzinnige plot. Nadat hij een nacht bij haar heeft geslapen krijgt hij jeuk.

Jakop Ahlbom staat bekend om zijn bijzondere vormgeving en theatereffecten en ook hier zijn die prachtig. Het begint al als op de muren wordt geprojecteerd, beelden van de grote stad en van een klein jongetje. Het jongetje is het verdwenen kind van Agnes en Jerry. Tijdens de slaap van de hoofdfiguren staat op een tafel ineens een bromtol te draaien. Handen komen uit het bed omhoog waarin het liefdespaar ligt te slapen. De functie van dit laatste beeld blijft onduidelijk. 

Maar voor het overgrote deel is dit stuk BUG, teksttheater en de grote hoeveelheid tekst haalt jammergenoeg de vaart uit de voorstelling. Er is een prachtige monoloog van Tamar van den Dop wanneer de waanzin die ze van Peter heeft overgenomen steeds krachtiger ook op haar begint in te werken. Daarna wordt de plot steeds onwaarschijnlijker.

Actueel is het, dat wel, we worden allemaal afgeluisterd, complottheorieën, maar in het geval van Peter gaat het ronduit om paranoia. Helaas wordt daardoor het in aanvang spannende verhaal steeds lachwekkender en blijft het niet tot het einde boeien. Ik ging aanvankelijk om Tamar van den Dop eindelijk eens live te zien, maar ze had een beter stuk verdient om in te schitteren.

Reacties

Populaire posts