Meesters der Hongaarse vertelkunst
Bestaat er zoiets als de vertelkunst van een bepaald land? Dat vroeg ik me af toen ik aan dit boek begon. Laatst zei mijn vader tegen me dat hij liever boeken las van Japanners dan van Chinezen alhoewel het hem onduidelijk was waar hem nou precies het verschil in zat. Met mijn collega R. had ik het er over en zij zei dat ze niet van Amerikaanse literatuur hield maar wel van Engelse. Toen ik haar antwoordde dat dat voor mij ook geldt en dat ik wel van Amerikaanse korte verhalen houd en niet van de dikke romans die daar vandaan komen beaamde ze dat. Dus waarschijnlijk bestaat er toch zoiets als de literatuur van een land.
De serie pockets die Meulenhoff in de zestiger jaren uitbracht had in ieder geval het nobele doel de Nederlanders bekend te maken met de verhalen uit een bepaald taalgebied, of de verhalen van een bepaald volk want ook jiddische literatuur en zwarte literatuur (toen nog negervertelkunst geheten) kregen een plaats in de serie.
Van de schrijvers in Meesters der Hongaarse vertelkunst (samengesteld door A.L.L. Sivirsky) kende ik er maar één: Sándor Márai, in Nederland bekend geworden door de korte roman Gloed. Zijn erg korte verhaal in dit boek, Ongeval van vier en een halve pagina, is een klein meesterwerkje, een glanzend miniatuurtje. Een vrouw en een man hebben de liefde bedreven en na het aankleden vraagt de vrouw aan de man of hij van haar houdt. Onverwacht antwoordt de man met 'Neen'. Dan zijn we halverwege de eerste pagina en volgt een fantastisch betoog.
Maar het is niet het enige geweldige verhaal, er zijn er meer. Eigenlijk vielen me maar een paar verhalen tegen. Er is een fascinerende vertelling over een jonge zelfmoordenaar (Hoe het gebeurde van Deszö Kosztolány), er zijn sprookjes zoals Van een jongetje dat een geheim kon bewaren (Gyula Illyés) en er zijn burleske verhalen, zoals De gevluchten (Sándor Petöfi) en De twee Markovs (Mór Jókai). Dan is er nog een ronduit psychedelisch verhaal: Moeder van Lajos Nagy en een echt sociaal-realistisch arbeidersverhaal: Achter de bakstenen muur (Tibor Déry).
Maar de meeste verhalen zijn boerenverhalen, sommige van de bovengenoemde zijn ook dat. Al met al een kennismaking met Hongaarse schrijvers die je naar meer doet verlangen. Ik heb nog nooit eerder iets van een Hongaarse schrijver gelezen behalve van Sándor Márai. Ik ken er ook weinig op György Konrád na.
De serie pockets die Meulenhoff in de zestiger jaren uitbracht had in ieder geval het nobele doel de Nederlanders bekend te maken met de verhalen uit een bepaald taalgebied, of de verhalen van een bepaald volk want ook jiddische literatuur en zwarte literatuur (toen nog negervertelkunst geheten) kregen een plaats in de serie.
Van de schrijvers in Meesters der Hongaarse vertelkunst (samengesteld door A.L.L. Sivirsky) kende ik er maar één: Sándor Márai, in Nederland bekend geworden door de korte roman Gloed. Zijn erg korte verhaal in dit boek, Ongeval van vier en een halve pagina, is een klein meesterwerkje, een glanzend miniatuurtje. Een vrouw en een man hebben de liefde bedreven en na het aankleden vraagt de vrouw aan de man of hij van haar houdt. Onverwacht antwoordt de man met 'Neen'. Dan zijn we halverwege de eerste pagina en volgt een fantastisch betoog.
Maar het is niet het enige geweldige verhaal, er zijn er meer. Eigenlijk vielen me maar een paar verhalen tegen. Er is een fascinerende vertelling over een jonge zelfmoordenaar (Hoe het gebeurde van Deszö Kosztolány), er zijn sprookjes zoals Van een jongetje dat een geheim kon bewaren (Gyula Illyés) en er zijn burleske verhalen, zoals De gevluchten (Sándor Petöfi) en De twee Markovs (Mór Jókai). Dan is er nog een ronduit psychedelisch verhaal: Moeder van Lajos Nagy en een echt sociaal-realistisch arbeidersverhaal: Achter de bakstenen muur (Tibor Déry).
Maar de meeste verhalen zijn boerenverhalen, sommige van de bovengenoemde zijn ook dat. Al met al een kennismaking met Hongaarse schrijvers die je naar meer doet verlangen. Ik heb nog nooit eerder iets van een Hongaarse schrijver gelezen behalve van Sándor Márai. Ik ken er ook weinig op György Konrád na.
Reacties