Theater Utrecht: Hedda Gabler
Hedda Gabler van Henrik Ibsen is het eerste stuk dat ik regisseerde als eindexamen van mijn regieopleiding aan het Rotterdams Centrum voor Theater. Dertig jaar geleden, in 1987. Daarvoor had ik al drie versies gezien.
Het is één van de eerste stukken die ik me herinner als jong volwassene gezien te hebben in een echt theater. Het was in Enschede tijdens mijn studietijd eind zeventiger jaren in de Twentse Schouwburg en werd gespeeld door een repertoiregezelschap uit die tijd, ik weet niet meer welk. Ik kende het verhaal niet en was aan het einde verpletterd. Geïntrigeerd door het stuk zag ik in ongeveer in dezelfde tijd een eveneens indrukwekkende BBC-versie uit 1972 op mijn zwart/wit-televisie met Janet Suzman in de hoofdrol. (Op YouTube staat trouwens een filmversie met Ingrid Bergman als Hedda Gabler, ook in zwart/wit, die ik nog niet heb bekeken.)
Daarna zag ik begin jaren tachtig in Rotterdam in theater Lantaren/Venster de anarchistische versie van Jan Decorte met een dubbelrol voor Decorte zelf als Tesman en Lövborg en Sigrid Vinks als Hedda Gabler. Nadat ik het stuk zelf een keer onder handen had genomen zag ik in ieder geval nog de magistrale versie in de regie van Marcelle Meuleman met Catherine ten Bruggencate (mijn favoriet tot nu toe) en de Ro theater versie met Marieke van Leeuwen. Daarna reisde ik nog naar Den Haagvoor een kille punkversie van Suzanne Kennedy met Çigdem Teke bij het Nationale Toneel. Opgeteld zag ik het stuk dus meer dan acht keer en was deze Hedda Gabler van Theater Utrecht geregisseerd door Thibaud Delpeut de negende. Ditmaal met Karina Smulders in de titelrol.
Karina Smulders speelt Hedda als een verwend kreng dat haar zin wil hebben, I want it all and I want it now lijkt haar credo. Net als bij Suzanne Kennedy is het decor een grote legen en kille ruimte waar de personages ver van elkaar verwijderd blijven. Delpeut heeft meer nadruk dan gewoonlijk gegeven aan de seksuele insinuaties van rechter Brack, de huisvriend van Hedda en Jurgen, gespeeld door Peter Blok. Daarmee maakt hij dat seksuele explicieter dan zoals het oorspronkelijk door Ibsen impliciet beschreven is. Dat vind ik een klein minpuntje in een verder uitstekende Hedda Gabler.
Het is één van de eerste stukken die ik me herinner als jong volwassene gezien te hebben in een echt theater. Het was in Enschede tijdens mijn studietijd eind zeventiger jaren in de Twentse Schouwburg en werd gespeeld door een repertoiregezelschap uit die tijd, ik weet niet meer welk. Ik kende het verhaal niet en was aan het einde verpletterd. Geïntrigeerd door het stuk zag ik in ongeveer in dezelfde tijd een eveneens indrukwekkende BBC-versie uit 1972 op mijn zwart/wit-televisie met Janet Suzman in de hoofdrol. (Op YouTube staat trouwens een filmversie met Ingrid Bergman als Hedda Gabler, ook in zwart/wit, die ik nog niet heb bekeken.)
Daarna zag ik begin jaren tachtig in Rotterdam in theater Lantaren/Venster de anarchistische versie van Jan Decorte met een dubbelrol voor Decorte zelf als Tesman en Lövborg en Sigrid Vinks als Hedda Gabler. Nadat ik het stuk zelf een keer onder handen had genomen zag ik in ieder geval nog de magistrale versie in de regie van Marcelle Meuleman met Catherine ten Bruggencate (mijn favoriet tot nu toe) en de Ro theater versie met Marieke van Leeuwen. Daarna reisde ik nog naar Den Haagvoor een kille punkversie van Suzanne Kennedy met Çigdem Teke bij het Nationale Toneel. Opgeteld zag ik het stuk dus meer dan acht keer en was deze Hedda Gabler van Theater Utrecht geregisseerd door Thibaud Delpeut de negende. Ditmaal met Karina Smulders in de titelrol.
Karina Smulders speelt Hedda als een verwend kreng dat haar zin wil hebben, I want it all and I want it now lijkt haar credo. Net als bij Suzanne Kennedy is het decor een grote legen en kille ruimte waar de personages ver van elkaar verwijderd blijven. Delpeut heeft meer nadruk dan gewoonlijk gegeven aan de seksuele insinuaties van rechter Brack, de huisvriend van Hedda en Jurgen, gespeeld door Peter Blok. Daarmee maakt hij dat seksuele explicieter dan zoals het oorspronkelijk door Ibsen impliciet beschreven is. Dat vind ik een klein minpuntje in een verder uitstekende Hedda Gabler.
Reacties